1445
25 NOVEMBER 1971
Den Bosch nog moet passeren, maar ik vraag mij dan toch wel af
of de bureaucratische wegen niet beter geplaveid zouden kunnen
worden, opdat wij deze wegen sneller zouden kunnen bewandelen.
Ik wil de wethouder toch verzoeken hiervoor alle energie in te
zetten.
De heer AMERICA: Ik ben bijzonder gelukkig met het feit dat
wij ons bewust zijn geworden van een vierde mogelijkheid tot het
oplossen van het woningprobleem. Ik wil het college vragen of het
bereid is in de komende begroting ook via die post een veel groter
bedrag uit te trekken, tenèinde dit probleem, dat volgens alle frac
ties cfe hoogste prioriteit moet hebben, op te lossen.
Mevrouw STOCKMANN-V. D. KALLEN: Ik ben het niet eens met
de wethouder wanneer hij zegt dat iemand die van een flat naar een
eengezinswoning verhuist niet bijdraagt aan het oplossen van de wo
ningnood. Iemand kan b. v. wel van een goedkope flat willen ver
huizen naar een dure eengezinswoning, maar ten aanzien van de
verhuiskosten hulp nodig hebben.
De heer VAN DUN: De heer America en ik moeten elkaar goed
begrijpen. Hier is niet een vierde alternatief aangedragen ter op
lossing van de woningnood, maar een mogelijkheid om zaken in de
toekomst te voorkomen. Wij weten nu dat complexen een langere
levensduur moeten hebben dan wij aanvankelijk dachten. Het lost
het probleem van het verleden niet op; het kan wel een aantal zaken
in de toekomst voorkomen. Ik heb tegen de heer America en de heer
van Loon gezegd dat deze gedachte door de dienst onderschreven
worden en dat wij zoeken naar een organisatievorm en financierings
middelen. De heer America moet op voorhand geloven dat. wij ons
hiermede bezig zullen houden. Hij moet niet van mij verwachten
dat ik op dit moment zonder overleg namens het college zeg dat hij
in de komende begroting hiervoor een kapitaal bedrag zal kunnen ver
wachten. Ik hoop echter dat hij met deze gedachte uit de voeten
kan.
De heer AMERICA: Besturen is toch vooruitzien?
De heer VAN DUN: Daarmede waren wij druk bezig, mijnheer
America. Mevrouw van Nes wijst mij verder terecht op het nalaten
van beantwoording van een vraag. Allereerst wil ik ingaan op het
interview met Minister Udink in Elseviers Weekblad. Ik lees Else-
viers Weekblad niet en hoewel ik de uitspraak van de heer Udink
heel plezierig vind, vind ik het toch veel belangrijker hoe zo'n
uitspraak vertaald wordt naar het leven van alle dag, ook naar het
leven in de gemeenten op dit moment. Ik moet u zeggen dat wij
op voorhand wel geloof hebben in een betere, intensievere aanpak
van renovatie door de rijksoverheid. Een staatssecretaris is hiervoor
nl. speciaal benoemd en in de Kamer wordt over het probleem ge
discussieerd. Vooralsnog hebben wij op dit moment zo kort na de
algemene beschouwingen en begrotingsbehandeling in de Kamer nog
geen richtlijnen gekregen en is ons zicht op zaken, die er gisteren
waren, niet ruimer geworden. Ik hoop echter met mevrouw van Nes
dat de zaken geëffectueerd zullen worden. De Gerardus Majella-
wijk vormt een ander probleem. Zoals bekend hadden wij aanvan-