1463
25 NOVEMBER 1971
doen en op die manier een bepaalde uitbreiding kon realiseren. Ik vraag
mi] in dit verband wel af of wij geen kantoorpersoneel meer nodig heb
ben, dat mijns inziens niet zo gemakkelijk in regie te krijgen is. Ik
heb dit echter verder laten rusten en heb mij verdiept in de personeels
kosten bij de dienst van beplantingen. Ik ben hierbij tot de volgende
conclusie gekomen. Voor 20 personeelsleden bedragen de gemiddelde
personeelskosten 30,000, --, voor 5 personeelsleden 22,500, -- en
voor 85 19. 000, --„ Verder is er 33 man regiepersoneel, waarvoor de
gemiddelde personeelskosten 28. 000, -- bedragen. Wanneer wij nu
een berekening gaan maken en veronderstellen dat het regiepersoneel
wordt opgenomen in het normale personeelsbestand, waarbij ik meen
uit te mogen gaan van een gemiddelde van 19. 000, -- voor dit per
soneel, dan zou over deze 33 mensen een bedrag van rond 300. 000, --
per jaar te besparen zijn. Wij kunnen hieruit verschillende dingen le
ren, o. a. dat regie-personeel duurder is dan eigen personeel. Het ge
heel wordt misschien nog eens een leuk onderwerp voor de heer Sand-
berg om zich in te verdiepen. Ik vraag mij echter af waarom wij dit
nu doen. Ik heb zelf gezocht naar motieven, die dit misschien zouden
kunnen verklaren. In de beleidsnota zie ik dan staan dat de organisatie
adviseur bezig is om een onderzoek naar de organisatie van de dienst
van beplantingen in te stellen. Zou een minder goede organisatie in
het geding zijn of denkt men in betrekkelijk korte tijd het eigentijdse
tekort aan personeel op te vangen door een grotere machinale bewer
king van de gronden Ik vraag mij dan toch wel af of men met deze
machinale bewerking het werk van 33 man kan opvangen; het lijkt mij
nogal veel. Verder wil ik iets opmerken over de huisvesting. Het is
naar mijn mening een bekend feit dat de dienst kampt met ruimtege
brek en ik kan mij herinneren dat ongeveer anderhalf jaar geleden de
toenmalige afdeling een bezoek aan de dienst gebracht heeft. De af
deling was er toen van overtuigd dat de toenmaals geplande bescheiden
nieuwbouw noodzakelijk was. Deze nieuwbouw is semi-permanent; men
zou het ook een grote directiekeet kunnen noemen. Nu verwondert het
mij toch wel ten zeerste dat het plan in het investeringsplan prioriteit
nr, 22 heeft bij een score van 31 punten. Dat betekent dat van de voor-
bereidingskosten en de eerste bouwuitgaven pas in 1975 sprake zal zijn.
Ik kan mij wel herinneren dat ik destijds tekeningen gezien heb, maar
ik weet echt niet meer of er ook een maquette was. Ik ben echter bang
dat een eventueel aanwezige maquette eerder op instorten staat dan
met de bouw wordt begonnen. Ik heb ook een aantal vragen gesteld
over de boombeplanting. Ik heb dit gedaan, omdat ik nu wel eens wil
weten hoe ons bomenbestand onder controle wordt gehouden en of alle
vereiste maatregelen zijn genomen. Ik moet u zeggen dat ik in het
algemeen met het antwoord tevreden ben. Slechts één ding verwondert
mij: onder i_ staat nl. dat het boombezit volledig geregistreerd is, maar
even daarvoor onder_g_ staat dat cijfers over het verloop niet beschik
baar zijn. Mijns inziens moet het bij een volledige registratie toch
eenvoudig zijn over deze cijfers te beschikken, of is men nu pas begonnen
met die volledige registratie? Vervolgens moet ik nog even blijk geven
van mijn tevredenheid. Ik heb gevraagd waar het rapport beplantingen
industriegebieden blijft, waarom ik vorig jaar gevraagd heb. Ik ben
heel tevreden met het antwoord dat wij dit rapport nog in december in
de raadsafdeling zullen krijgen.
De heer VAN MERKOM: De heer Spanjer heeft ook al gewezen
op vraag 108. Hierin wordt o. a, gesproken over het bomenbestand. Ik