i fsV U-. "0 'W' d.d. 1^7 i Beslissing: *"Dë"VÖ'ÖRZÏTTEF m.esnl£]iike..di©ns6"V oo ©er-heefTBRDÖÏM. is hierover een vraag g ■■&P"bte;-6?r"TTgrccrffe a Beslissing: 25 NOVEMBER 1971 (avondvergadering). Wij vervolgen de beraadsl jeugd en sport en alles wa; d.d. 16 K" ij/2. gingëïïö'ver de ge- daa*bi.j~hoort, z,"66 ondëfïif. 120 NS: Wat is recreatie? Op ateld, terwijl wij her antwJord"kunnen vinden _r zegt daarin: "onder recreatie wordt door ons vüfütïaTreikë bezigheid of ervaring die men binnen tïêFRadër'van de maatschappelijke orde vrijelijk onderneemt of ondergaat gedurende de vrije tijd en die op de eerste plaats gemotiveerd wordt door de vol doening die of het genoegen dat daarvan verkregen wordt". Het colle ge stelt verder dat deze omschrijving een scala van activiteiten omvat, die relaties hebben met verschillende diensten en afdelingen van de gemeentelijke administratie. Vervolgens verklaart het college dat een verantwoorde afbakening van deelterreinen binnen het kader van de recreatie, alsmede het eventueel aanpassen van doel en taakstellingen van diensten en afdelingen, momenteel in studie is. Ik ben daarom wat geschrokken van hetgeen gesteld is in antwoord op de eerste vraag van nr, 120: Is het juist dat de kinderdierentuin van de dienst voor jeugd en sport naar de dienst van beplantingen gaat? Het antwoord is kernachtig; het is bevestigend. Dat bevreemdt niet alleen mij, maar de gehele afdeling voor jeugd, sport en recreatie. Er wordt wel eens gezegd dat men niet moet saneren tijdens het studeren. Het valt mij op dat het personeel in deze zaak geen inspraak heeft gehad. De zaak is ook niet besproken in het georganiseerd overleg en ook niet in de raad. Ik geloof te mogen zeggen dat de organisatie bij de kinderdieren tuin goed te noemen is, en het personeel is tevreden met de huidige situatie. Ondanks dit alles gaat het college over tot de overdracht van de kinderdierentuin van de dienst voor jeugd en sport naar de dienst van beplantingen. De afdeling en naar ik meen ook meerdere raadsleden zijn het met deze stellingname niet eens. Zij zouden nl. graag zien dat deze overheveling wordt opgeschort. Zoals ik al zei: niet saneren tijdens het studeren. Straks kunnen wij verder kijken. Ik ben dan ook heel rigoureus. Ik. heb nl. een motie achter de hand, die gesteund wordt door de voltallige afdeling voor jeugd, sport en recreatie en bovendien door drie andere gemeenteraadsleden. Ik zal straks, nadat ook andere raadsleden de gelegenheid gehad hebben op de kwestie in te gaan, deze motie aan u overhandigen. Mag ik dan nu even mijn verhaal voort zetten? Ik wil nog enkele andere kwesties bespreken. Wie de lijst van objecten beziet, waarvoor kredieten gevoteerd zijn, o. a. het zwem bad in Breda-Noord, de schoolinstructiebaden en de afbouw van het sportpark Wisselaar, maar waarvoor de vereiste goedkeuring nog niet verkregen is, zal moeten beamen dat het met het realiseren van wat wij welzijnsvoorzieningen plegen te noemen droevig gesteld is. Steeds weer en met meer nadruk zullen wij er bij de bevoegde instanties op moeten aandringen de goedkeuringen te verlenen en erop moeten wij zen dat het uitblijven van deze goedkeuringen door ons als pijnlijk wordt ervaren. De reeds bestaande achterstand wordt steeds groter, hetgeen ons zal noodzaken ernaar te streven van de bestaande voorzieningen een op timaler gebruik te maken. Op het gebied van de recreatieve voorzienin gen valt het mij op dat er niet veel nieuws onder de zon is. Blijft de afdeling voor jeugd, sport en recreatie hiervan verstoken? Verder wil ik vragen hoe Breda zich als centrumgemeente op het gebied van de recreatie waarmaakt? Vorig jaar heb ik reeds gepleit voor het ophogen en inzaaien van een stukje grond op de plaats van de voormalige koste loze zweminrichting. Na een jaar is hieraan nog niets gebeurd. Giste ren vernam ik van een belangstellende dat de uitbetaling van de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 1471