1474 25 NOVEMBER 1971 de dienst voor jeugd en sport besteed wordt ten behoeve van een groot aantal mensen, dan vraag ik mij af of wij wel op de goede weg zijn. Wordt het zo langzamerhand geen tijd het behoefteelement mee te laten spreken? Ik wil wat N, A.C. betreft ook graag voor subsidie plei ten en indien mogelijk een en ander in de afdeling ter discussie stellen. Ik heb nog een opmerking over de motie. Ik wil hierbij de woorden van de heer Kramer aanhalen; de kinderboerderij zit goed bij de dienst voor jeugd en sport, wij moeten het goede behouden en alleen indien nodig vernieuwen. De heer KRAMER Het lijkt mij om twee redenen moeilijk alge mene beschouwingen te houden met betrekking tot de dienst voor jeugd en sport. Op de eerste plaats is aan dit onderwerp al een uitvoerige open bare afdelingsvergadering gewijd en op de tweede plaats moeten wij zonder een cent in de hand proberen iets zinvols naar voren te brengen. Ik wil toch een paar opmerkingen maken, op de eerste plaats over de sportvisserij, Dit heeft slechts zijdelings te maken met vraag 145 en daarom verwerk ik een en ander maar in mijn z, g. algemene beschou wing. Eindhoven besteedt sinds kort 30, 000, -- aan de verbetering van de visstand. Ook is daar geld beschikbaar gesteld voor schuilplaat sen en steigers langs de waterkant. In het desbetreffende stuk wordt gespro ken over de massale vorm van openluchtrecreatie. Het doet mij genoegen dat in Eindhoven over recreatie gesproken wordt. Af en toe zou men de indruk krijgen door over recreatie te spreken buiten de orde te zijn. Ik geloof toch dat men in Eindhoven vooruitstrevend is. Men werkt aan een beheerseenheid van hengelsportverenigingen, waarbij de totale agglomeratie betrokken wordt. Ik breng u ons enthousiasme in het ver leden ten aanzien van deze aangelegenheid in herinnering, toen de Baroniese hengelaars ter sprake kwamen. De heer Sandberg heeft hier over trouwens vorig jaar ook nog gesproken. Ik noem dit alleen maar om duidelijk te maken dat men dit in toegezegde besprekingen ter discussie kan stellen. Als alles was gegaan zoals wij ons hadden voor gesteld dan waren wij Eindhoven ook op dit terrein voor geweest. Nu gaan wij weer ten opzichte van Eindhoven, althans op dit terrein, de achterstand opmeten. Naar mijn gevoel had alles anders kunnen zijn. Verder wil ik nog een opmerking maken bij vraag 136 betreffende de zwemaccommodaties, De achterstand in Breda met betrekking tot de zwemaccommodaties heb ik zeer duidelijk in de openbare vergadering van de afdeling van jeugd, sport en recreatie aan de orde gesteld. Dat gene wat ik toen aan de wethouder heb gevraagd, mijnheer de voor zitter, vraag ik nu aan u als voorzitter van de plenaire vergadering. Het college van gedeputeerde staten wijst op de duidelijke achterstand van West-Brabant en in het bijzonder van Breda, Ik wil er serieus van uitgaan dat er in de naaste toekomst op zwemgebïed voor Breda iets te bereiken is, omdat ik geloof dat het begrip eerlijkheid in Den Bosch niet onbekend is. De heer Brooimans sprak over de centrumfunctie. Ik heb hierover de volgende aantekening staan; het in de regio waar maken van Breda op het gebied van jeugd en sport zal in de naaste toekomst eveneens moeten worden gerealiseerd, Oud-minister Klompé heeft eens verklaard dat belangrijke onderdelen als voorzieningen voor jeugd, sport, recreatie en cultuur daarbij noodzakelijk zijn, teneinde onze maatschappij niet scheef te laten groeien. Het gaat hier dus om het totale welzijn» Ik betrek hierbij een uitspraak van de voorzitter, hetgeen men wel moet doen als men geen geld heeft, de voorzitter heeft nl, tijdens deze begrotingsbehandeling gezegd dat de functies

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 1474