1477
25 NOVEMBER 1971
is voor de culturele raad en de andere groepen die hierbij betrokken
zullen worden, eventueel ook voor de door de heer America genoem
de groepen, nu eens duidelijk te vernemen hoe het college over een
en ander denkt. Ik geloof dat dat langzamerhand toch wel op zijn plaats
is.
De heer KROON: Ik kwam juist op een moment binnen dat ik be
merkte dat er enige frictie in de fractie zou kunnen ontstaan ten aan
zien van een betrekkelijk ondergeschikt punt. Mijn fractiegenoot en
ik verschillen inderdaad van mening over de vraag waar de kinderdie
rentuin thuishoort. Ik heb begrepen dat er al met een motie gezwaaid
wordt. Ik moet u zeggen dat ik deze zaak niet zo zwaarwichtig vind dat
hier met moties zou moeten worden gewerkt. Wat is de voorgeschiede
nis hiervan? Ik heb vanmiddag de geboorte van die motie meegemaakt
en ik heb begrepen dat verschillende raadsleden die motie hebben on
dertekend. Men moet echter toch eigenlijk weten waarom het hier gaat.
Deze kinderdierentuin is destijds geëntameerd door de dienst van be
plantingen en is door deze dienst ook volledig ingericht. Het personeel
is door de dienst van beplantingen opgeleid. Het was als het ware een
hobby van de directeur van de dienst van beplantingen, die het totstand
komen van een kinderdierentuin al jarenlang geëntameerd had. De af
deling beplantingen heeft dit destijds begeleid en tot groot genoegen
kwam deze kinderboerderij op een gegeven moment tot stand. De kin
derboerderij werd geopend en op dat moment meende het college een
entree te moeten gaan heffen. Toen werd deze kinderboerderij, omdat er
entree geheven werd en daardoor meer zou komen te vallen onder de be
palingen van speeltuinen, ondergebracht bij de dienst voor jeugd, sport
en recreatie. Wij hebben daartegen m de afdeling beplantingen van
meet af aan bezwaar aangetekend en het deed ons genoegen enkele
maanden geleden al te mogen constateren dat het college in dit opzicht
zijn standpunt gewijzigd had. De entreeheffing was vervallen en de kin
derboerderij zou worden ondergebracht bij de dienst, waar zij werkelijk
thuishoort, nl. bij de dienst van beplantingen. Deze dienst had voor
de opleiding en voorbereiding zorggedragen. Ik geloof niet dat het zo'n
zware zaak is dat een motie behoeft te worden ingediend. Als afdeling
beplantingen waren wij echter zeer content met de wijziging van het
standpunt. Ik meen ook nog dat de kinderboerderij gezien de gehele
voorgeschiedenis thuishoort bij de dienst van beplantingen. Ik wil het
college dan ook met klem verzoeken niet meer terug te komen op het
thans genomen besluit en de kinderboerderij te laten bij de dienst van
beplantingen, waar zij aanvankelijk gepland en door wie zij ook op
gericht is.
De heer ROOZEBOOM: Mijn fractiegenoot de heer America vraagt
verduidelijking van publikaties over het ontwikkelen van een welzijns-
raad. Ik weet niet of het met het jaargetijde samenhangt, maar vorig
jaar om deze tijd stonden er ook berichten in de krant over de culturele
raad, die later enigszins rechtgezet zijn. Ik ben ook benieuwd naar het
antwoord van het college, maar wil er toch wel op wijzen dat ik ernsti
ge bezwaren zou hebben tegen een te geforceerd samenvoegen. Ik heb
er geen enkele moeite mee dat men samen gaat praten, maar wij zul
len ervoor moeten waken dat wij niet achter een hol, theoretisch con
cept aanrennen, dat niets voorstelt. Ik moet toch zeggen dat het samen
voegen van instituten, die soms 'hun eigen identiteit nog niet kennen
en evenmin hun eigen functie, voor mij een moeilijke zaak is voor-