1480
25 NOVEMBER 1971
lopen. Mevrouw Jager zegt nu dat de subsidies verhoogd moeten worden.
Ik kan dat wat moeilijk rijmen. Als wij nu echter op de keper beschou
wen waaruit het bedrag van 78, -- bestaat, dan zien wij dat het be
drag dat door de kinderen gevoteerd moet worden bepaald niet al te
hoog is. Inbegrepen in die 78, -- is nl. zowel de contributie voor de
vereniging als de toegang tot het sportfondsenbad. Een bezoek aan het
sponfondsenbad kost ongeveer 1,35. Ervan uitgaande dat een kind
ongeveer vier keer per maand gaat zwemmen komt dit neer op een
bedrag van rond de vijf gulden. Een bijdrage van 78, -- per jaar be
tekent 6,50 per maand. Het bedrag is dus niet zo exorbitant hoog.
Ik onderschrijf wel de opmerking van mevrouw Jager dat de gehele
subsidieregeling misschien eens onder de loep zou moeten worden ge
nomen. Ik heb in de openbare afdelingsvergadering al gezegd dat de
sportstichting bezig is met het ontwerpen van een nieuwe subsidierege
ling, die de raad één dezer dagen zal worden toegezonden. Op 14 de
cember a.s. wordt er een discussie gehouden tussen de sportstichting
en alle sportverenigingen over het nreuwe ontwerp van de subsidiere
geling. Ik heb in de afdelingsvergadering ook al iets verteld ten aan
zien van het optimaal gebruik van sport- en clubhuizen. Het is bekend
dat wij pogingen in het werk stellen om zo optimaal mogelijk gebruik
te maken van de bestaande ruimten, ook. van de ruimten op de -pórt-
terreinen. De dienst voor jeugd en sport beijvert zich om het gebruik
maken van gebouwen ten behoeve van andere zaken zoveel mogelijk
te intensiveren. Bij "Push" wordt met name een poging gedaan om
het gebouw als het leeg staat voor andere doeleinden te gebruiken.
Mevrouw jager heeft mij gevraagd om een verslag van de werkzaam
heden van het J.A.C. Zij heeft bovendien gevraagd wanneer dit ver
slag tegemoet kan worden gezien. Ik kan toezeggen dat in de afde
lingsvergadering van december al enige voorlopige cijfers kenbaar ge
maakt zullen worden. Deze cijfers zullen trouwens met een bepaalde
regelmaat rechtstreeks door het J.A.C. aan de raadsafdeling worden
gepresenteerd. Het is bekend dat wij contact hebben met professor
Stalpes over een te houden evaluatie-onderzoek. Dit zal onder zijn
leiding door één van zijn studenten worden verricht. Ik geloof dat het
toch wel nodig is om hiervoor, uiteraard in overleg met professor
Stalpes, een bepaalde periode van minimaal een halfjaar uit te trek
ken. Dat wil niet zeggen dat de afdeling niet rechtstreeks overzichten
van het J.A.C. zal ontvangen.
De heer Brooimans herhaalt nog eens zijn definitie van recreatie.
Vervolgens spreekt hij over de lijst van objecten, waarvoor kredieten
gevoteerd zijn, met name in de sportsector. Hij meent te moeten con
stateren dat het met de realisering erg droevig gesteld is. Ik geloof dat
het hem niet vreemd in de oren zal klinken als ik zeg dat dezerzijds
de grote zorg over de achterstand bepaald gedeeld wordt. Het is een
flauw verhaal en in de afdelingsvergadering wekte het zelfs irritaties
op, maar wij hebben te maken met financieringsmoeilijkheden, die
ons met betrekking tot de realisering duidelijk parten spelen. De heer
Brooimans wijst in dit verband ook op een beter gebruikmaken van be
staande voorzieningen. Ik heb zojuist al gezegd dat de dienst voor
jeugd en sport alle mogelijkheden aangrijpt en het moet ook duidelijk
als een stuk beleid worden gezien dat alle mogelijkheden worden aan
gegrepen en dat mensen worden gevraagd bestaande ruimten ter beschik
king te stellen. De heer Brooimans merkt ook nog op dat hij vorig jaar
reeds gepleit heeft voor het ophogen van een stukje grond op de plaats
van de voormalige kosteloze zweminrichting. Ik mag hierbij wel