1483
25 NOVEMBER 1971
van de behoefte is duidelijk aanwezig, maar het leggen van de lijnen,
zowel plaatselijk, provinciaal als landelijk, komt heel erg moeilijk van
de grond. Wij hebben intern wel enige indicaties ten aanzien van de
behoeften; een "over all" inzicht is er niet. Dat wil echter niet zeggen
dat wij niet uitgaan van een duidelijke behoefte aan een aantal voor
zieningen, hetgeen trouwens mijns inziens ook tot uiting komt in de
lijst van accommodaties die wij wensen te realiseren.
De heer Kramer heeft verklaard niet goed meer te weten wat hij
in deze vergadering nog zou moeten zeggen. Hij was een beetje boos
tijdens de openbare afdelingsvergadering en verklaart ook niet goed te
weten wat tij daar nog moet zeggen. Ik vind het echter toch wel leuk
dat hij zegt dat op die openbare afdelingsvergadering een groot aantal
problemen al is besproken en dat hij daarom nu minder te zeggen heeft.
Ik heb een ondeugende opmerking. De heer Kramer heeft nog gesproken
over de kinderboerderij. Ik weet niet of professor Kranenburg iets zegt
over fricties en fracties, maar indien dit zo is dan zou ik dat erg graag
ook nog van de heer Kramer horen. Wat de sportvisserij in Eindhoven betreft
weet ik eigenlijk niet zo goed wat ik daarop moet zeggen. Zoals bekend
is er contact tussen de Brabantse wethouders van sport. Ik schrik nogal van
het bedrag van 30. 000, De zaak boeit mij echter wel en ik zal
contact opnemen met de wethouders van sport, met name met die van
Eindhoven, teneinde na te gaan hoe een en ander gerealiseerd is.
De heer Kramer; De loco-burgemeester Drs. v.d. Kruis.'
De heer MANS: Ja, ik ken hem. De heer Kramer heeft verder
gesproken over pogingen om iets bij G. S. op zwemgebied te bereiken.
Daarbij richt hij zich met name tot de voorzitter van dit college. Ik
moet zeggen dat ik dat niet zo erg goed begrijp. Ik kan mij wel voorstel
len dat de voorzitter van dit college een gewicht heeft dat wellicht zwaar
der is dan de gehele combinatie van wethouders, maar ik geloof dat op
dit punt toch ook een beroep op het college kan worden gedaan. Ik kan
de verzekering geven dat wij ons uiterste best doen om de mogelijkhe
den voor Breda veilig te stellen. Dat is niet een zaak van de voorzitter
alleen, maar van het totale college.
De heer KRAMER: Dat doe ik normaal ook, maar tijdens die open
bare afdelingsvergadering miste ik mijn trouwe college zo. Toen had
ik alleen de voorzitter en nu wil ik de voorzitter van de plenaire vergade
ring hierin betrekken.
De heer MANS: En ik zat nog wel op de stoel van de voorzitter,
mijnheer Kramer.'
De VOORZITTER: Ja, maar daar redt je het niet mee.'
De heer MANS: Ik heb ook gezegd dat ik moeilijk zat, burge
meester.' De heren America en Von Schmid hebben gesproken over een
krantebericht met betrekking tot de bundeling van krachten van de
Jeugdadviesraad, de Culturele Raad en de Sportstichting. De heer Ame
rica brengt zijn felicitaties bij voorbaat over en de heer Von Schmid
weet eigenlijk niet goed of hij een felicitatie moet uitspreken, omdat
hij nog helemaal niet weet hoe het college hierover denkt. Ik geloof
dat de voorzitter in zijn antwoord op de algemene beschouwingen al
duidelijk heeft gezegd hoe het college denkt over welzijn en welke