1485 25 NOVEMBER 1971 missie heeft een rapport uitgebracht aan de plenaire vergadering van wethouders, die de commissie in het leven geroepen hebben. Die ple naire vergadering heeft het rapport aanvaard. Het rapport wordt nu toegezonden aan de gemeentebesturen en zodra de gemeente Breda het rapport heeft ontvangen zal het voor advies worden voorgelegd aan de dienst voor jeugd en sport. Op grond van het rapport en van het advies van de dienst voor jeugd en sport zal het college tot een uitspraak komen over de subsidiëring van het betaald voetbal. Een eerdere uit spraak was niet mogelijk, omdat de commissie van wethouders in juni, toen de begroting werd opgesteld, nog niet klaar was. Mevrouw JaGER-MIDDELBEEK: De wethouder heeft dan wel opgesomd wat de leden van de zwemclub Surae voor die 78, -- contributie per jaar krijgen, maar dat neemt niet weg dat de contributie is verhoogd van 35, -- tot 78, --. Dat houdt dus in dat veel ouders hun kinderen zullen moeten laten schrappen als lid van Surae, omdat zeker wanneer meer kinderen uit één gezin lid zijn van die club de contributie niet meer op te bren gen is. Hierop richt zich dus mijn bezwaar. Ik vind een zwemclub dermate belangrijk, ook in het kader van de volksgezondheid, dat hieraan mijns inziens toch iets gedaan moet worden. Dat is nl. het punt. Allicht krij gen de kinderen iets voor die 78, --, maar dat kregen ze voor die 35, -- ook. De heer BROOIMANS: U zegt dat het overhevelen van de kinder boerderij van de dienst voor jeugd en sport naar de dienst van beplan tingen een college-besluit is, en daarvoor heb ik begrip. Ik ben op de hoogte van de afspraken die zijn vastgelegd in de z„ g. beheersverordening. Ik betreur het echter in feite dat het eenvoudige verzoek van de dienst voor jeugd en sport om de entreeheffing teniet te doen als basis heeft gediend voor deze overheveling. Ik betreur dat omdat op die kinderboerderij alles goed loopt. Ik heb toch wel wat moeite met uw stellingname. Ik ben het ermee eens dat het een college-besluit is, maar de begro tingswijziging die daarop moet volgen moet toch aan de raad worden kenbaar gemaakt en moet nog door de raad worden goedgekeurd. In uw conclusies meen ik toch een dfe.onant te moeten bespeuren. Mijns inziens bent u erg voorbarig. In net antwoord op vraag 120 wordt ver meld: "zodra conclusies kunnen worden getrokken zullen wij uw raad informeren, c. q. een voorstel ter zake aanbieden". Voordat u echter conclusies gaat trekken bent u er in feite in de eerste zin van het ant woord al volop mee bezig, want daarin bevestigt u de stellingname dat de kinderboerderij overgaat naar de dienst van beplantingen. Ik beschouw dit als een dissonant en ongetwijfeld zult u hierover met mij niet van mening verschillen. De VOORZITTER: Jawel.' De heer BROOIMANS: De motie is kort en heeft een zakelijke inhoud. Het indienen van de motie heeft tot doel te bereiken dat tij dens de studieperiode niet tot overheveling wordt overgegaan. De strek king van de motie is ook dat de bestaande beheersverordening dient te worden aangepast. Ik geloof dat dit een goed gegeven is, want als wij de gehele zaak van de recreatie in studie gaan nemen dan zal de be heersverordening hierbij waarschijnlijk wel betrokken worden. Ik houd de motie nog even vast.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 1485