146
11 FEBRUARI 1971
Wethouder Mans heeft o. m. gesproken over het betaald voetbal.
Ook dat is een zaak die straks door mijn fractiegenoot nader ter
sprake zal worden gebracht.
Vervolgens wil ik graag in tweede instantie even ingaan op de
opmerkingen die gemaakt zijn door de fractievoorzitters. Ik wil dan
beginnen met het betoog van de heer Crul, die heeft gezegd -- dat
maak ik althans uit zijn opmerking op -- dat hij de naam van het
seniorenconvent niet zo prettig vindt, als ik het zo mag vertalen.
Wanneer gesproken wordt van een overleg van fractievoorzitters heeft
hij er echter geen moeite mee daar blijvend aan mee te doen. Nu,
wat mij betreft mag de naam "seniorenconvent" vervallen; wanneer
de heer Crul bereid is aan dat overleg van fractievoorzitters mee
te doen ben ik daar alleen maar gelukkig mee.
De heer VAN DER WERFF; De praatvaars!
De heer KROON: De heer Crul is ook nog even ingegaan op mijn
opmerking over het collegialiteitsbeginsel in het college met betrek
king tot wethouder Mans. De heer Crul stelt dat het ook in het ver
leden wel is voorgekomen dat er binnen het college een afwijkend
standpunt werd ingenomen. Dat kwam inderdaad wel eens voor, maar
dan werd dat door het college ook duidelijk gemotiveerd. Bovendien
kwam het maar een heel enkele keer voor, want in het algemeen
hecht ik toch wel veel waarde aan dat collegialiteitsprincipe van het
college. Ik doel hierbij met name op het afwijkende standpunt van de
heer Mans in de kwestie van de schooladviescommissie ex artikel 61,
waarbij hij eerst voorstemde met zijn fractie, om daarna het college
standpunt in te nemen. Ik had daar graag een verklaring over willen
hebben, die ik nu heb gemist. Dat vond ik een onduidelijke opstel
ling.
Mevrouw van Nes heeft duidelijk geantwoord op hetgeen ik in eerste
instantie heb gesteld en gezegd dat haar fractie zich gaarne wil op
stellen als D'66 en dat zij ook als zodanig in deze raad wil worden
beschouwd. Ik heb daar geen moeite mee. Ik heb in eerste instantie
echter ook gezegd dat ik graag zou willen weten hoe de andere fractie
voorzitters daarover denken. Ik acht het namelijk van het grootste be
lang dat in dat overleg van fractievoorzitters -- een akelige naam,
ik vind "seniorenconvent" veel eenvoudiger! -- dan ook de fractie
D'66 wil deelnemen. Mogelijk kunnen de fractievoorzitters zich daar
over nog uitspreken.
Tenslotte zou ik nog iets willen zeggen aan het adres van de heer
Froger. De bijdrage van de heer Froger aan deze begrotingsbehandeling
is naar mijn smaak allerminst constructief en, moet ik zeggen, ver
beneden peil. Zijn kiezers moeten zich mijns inziens toch wel erg
bedrogen voelen. Over het algemeen zit de heer Froger boordevol
kritiek. Wanneer ik terugdenk aan de kwestie van de verkoop van het
raadhuis van Prinsenbeek, waarbij hij dat deel van de raad dat niet
dacht zoals hij kwalificeerde als niet oirbaar en waarbij hij sprak van
kwanselen met gemeentegelden, geheime onderhandelingen en zo
meer, dan moet ik zeggen dat ik van de heer Froger toch wel een
andere inbreng had verwacht. Het spijt mij dat ik het moet zeggen,
maar op deze wijze kan ik hem moeilijk nog serieus nemen.