1493
25 NOVEMBER 1971
Uitslag stemming: Vóór de motie zijn 17 stemmen uitgebracht en 18
tegen, zodat de motie is verworpen.
De VOORZITTER: Ik stel vast dat de voorstellen onder 5k zijn
aanvaard, en ik wijs u erop dat het voorstel tot verhoging van de ta
rieven van de tennisbanen en de le wijziging van de begroting van de
gemeentelijke dienst voor jeugd en sport daarmede zijn aangenomen.
5 1. GEMEENTELIJKE SOCIALE DIENST. Hierbij komt tevens aan de or
de de le wijziging van de begroting van deze dienst.
Mejuffrouw PAULUSSEN: Na deze langdurige beraadslaging over
andere zaken valt het mij moeilijk over te schakelen. Ik had nog een
opmerking willen maken over efficiënt vergaderen, maar ik sla die
opmerking maar over en begin meteen met mijn verhaal. Onzes inziens
is de Algemene Bijstandswet een factor van bijzondere betekenis voor
welzijnsplanning. Artikel 1 van de Algemene Bijstandswet luidt: "Aan
iedere Nederlander, die hier te lande in zodanige omstandigheden ver
keert of dreigt te geraken dat hij niet over de middelen beschikt om in
de noodzakelijke kosten van het bestaan te voorzien, wordt bijstand
verleend door burgemeester en wethouders". Het gaat er bij de Alge
mene Bijstandswet dus om bestaanszekerheid te bieden aan mensen,
ten aanzien van wie het arbeidsbestel en het daarop aansluitend stelsel
van sociale verzekeringen verstek laten gaan. De Algemene Bijstandswet
is daarom een factor van bijzondere betekenis voor welzijnsplanning ten
aanzien van een bepaalde groep in de samenleving. Met vraag 146 heb
ben wij de wethouder gevraagd of hij activiteiten ontplooid heeft om
een goede voorlichting over de bijstandswet te bevorderen. Dit was toe
gezegd tijdens de begrotingsbehandeling 1971. Het antwoord op onze
vraag lijkt indrukwekkend, maar ik heb geprobeerd het te analyseren.
Het antwoord komt hierop neer:
1) Het vraagstuk heeft onze voortdurende belangstelling. Ik vind dit
een prachtige, maar vrijblijvende formulering.
2) Er is schriftelijk informatiemateriaal. Met name zijn folders op grote
schaal verspreid, waarin op aanspreekbare wijze hulpverleningsmogelijk
heden zijn aangeduid. Ik heb hierover op de openbare afdelingsvergade
ring al gesproken, maar toen ik nog weer eens over deze materie nadacht
en de zaak voor deze vergadering voorbereidde kwam ik tot een ontstel
lende ontdekking. Ik had in zekere zin op de afdelingsvergadering er
al op gewezen dat het verouderd materiaal is, maar nu viel opeens mijn
oog op het adres van wat wij, momenteel het Katholiek Instituut voor
Maatschappelijk Welzijn noemen, dat in deze folder nog aangeduid
wordt als het Katholiek Sociaal Charitatief Centrum, Mgr. Leytenstraat
38. Beoordeelt uzelf maar hoe nieuw en actueel dit materiaal is.
3) Affiches zijn verspreid via artsen, pastores en maatschappelijk wer
kers. Het lijkt ons een gemakkelijke cliché-oplossing en men kan zich
afvragen of het enig effect heeft.
4) Publicaties worden gedaan in "Na 65", het blad voor bejaarden, en
in het informatiebulletin van het K. I. M. Voor mijn gevoel bereikt men
hiermede een beperkt aantal groepen.
5) Men zal trachten nieuwe wegen te vinden om de burgers zo goed mo
gelijk over de Algemene Bijstandswet voor te lichten. Ik vind dit een
bijzonder fraaie zin. Op de openbare afdelingsvergadering is medege
deeld dat ten aanzien van de voorlichting gewacht wordt op het rapport
Egas. In de beleidsnota staat op blz. 69, "dat de voorlichting in de