1511
25 NOVEMBER 1971
afdeling zijn hierover herhaaldelijk vragen gesteld en men zal zich
herinneren dat ik ook tijdens de vorige begrotingsbehandeling erop
gewezen heb dat dit probleem nog steeds niet opgelost is. Het college
heeft ook eigenlijk tot op heden nog niet duidelijk aangegeven waar
de problemen lagen en liggen, maar de gemeente Breda heeft op dit
moment nog steeds te maken met het unieke verschijnsel, dat binnen
de agglomeratie Breda twee bedrijven werkzaam zijn op het gebied
van de waterwinning en -distributie, hetgeen mijns inziens in wezen
toch wel een enigszins dwaze zaak is. Eerlijkheidshalve moet ik wel
zeggen dat toen de gemeente Breda de gelegenheid had om deze zaak
in één hand te krijgen die mogelijkheid voorbij heeft laten gaan. Dat
neemt niet weg dat wij nog steeds met deze onbehaaglijke situatie te
maken hebben. Ik moet zeggen dat ik in eerste instantie de neiging
heb om te zeggen het maar helemaal te vergeten en dat het, omdat
het Bredase waterleidingbedrijf toch in ieder geval op dit moment nog
een winstgevende zaak is, misschien beter is om pogingen in het werk
te stellen de gehele zaak binnen Breda in één hand te krijgen, nl. bin
nen ons Enwa-bedrijf. Ik geloof echter dat dit met het oog op de con
cessies, waarover de Noordwest-Brabantse beschikt, een zeer moeilijke
zaak zal zijn. Ik wil daarom het college op dit moment in overweging
geven een einde te maken aan deze onbehaaglijke situatie door het
waterleidingbedrijf Breda, zoals dit nu ondergebracht is bij het Enwa,
volkomen af te stoten en dan niet onder te brengen samen met de
Noordwest-Brabantse in een N. V.zoals enige jaren geleden werd
voorgesteld. Het Bredase waterwingebied zou in zijn totaliteit moeten
worden afgestoten en ondergebracht in het concessiegebied van de
Noordwest-Brabantse, zodat Breda als zodanig niets meer met de wa
terwinning te maken zou hebben en de gehele zaak in handen zou ge
ven van de Noordwest-Brabantse. Ik geloof dat wij dan van de hele
zaak af zijn. Alleen resteert natuurlijk de kwestie van de overname
van de apparatuur, de pompinstallaties in Dorst, e. d. Naar mijn me
ning is er op dit punt bepaald wel met de NoordwestjBrabantse te pra
ten, Ik wil het college dus ernstig in overweging geven om dit probleem
nu eens voorgoed uit de wereld te helpen. Mijns inziens is nl. noch Bre
da, noch de Bredase bevolking ermee gediend dat men binnen de ag
glomeratie Breda te maken zou krijgen met twee verschillende tarie
ven voor de watervoorziening. Ik geloof niet dat het de opzet kan zijn
binnen één gemeente een dergelijke situatie te creëren.
De heer CRUL: Het Enwa-bedrijf is één van de gemeentelijke
diensten, waarmede de Bredase burgers bijna dagelijks te maken heb
ben. Ik geloof dat hier in deze raad en in het bedrijf hiermede reke
ning moet worden gehouden. Enkele aspecten van het bedrijf zijn al
naar voren gebracht, maar ik wil toch nog een paar aspecten noemen,
o. a. de wijkverwarming. Het is bekend dat deze tak van het Enwa-
bedrijf ook in de afdeling steeds onze aandacht vraagt. Er is ook al over
gesproken dat de kosten met betrekking tot de corrosieverschijnselen
moeilijk te voorspellen zijn. Wij hebben geen idee hoeveel die kosten
in de toekomst zullen bedragen. Voor de P.A.K. -fractie is het ook
de vraag of wij op deze manier met de centrale wijkverwarming toch
moeten doorgaan en of wij niet moeten overgaan op eigen units. In
de openbare afdelingsvergadering is dit al aan de orde geweest. Ik meen
dat wij daarop toch verder moeten studeren. In de tarieven zijn in de
loop van dit jaar al verschillende wijzigingen aangebracht. Factoren
worden dan aangegeven, op grond waarvan de tarieven gewijzigd moeten