1512
25 NOVEMBER 1971
worden. Het gaat om interne en externe factoren, maar een duidelijk
inzicht kunnen zeker de verbruikers moeilijk verkrijgen. Al hoeft daar
over vanavond uiteraard geen beslissing te worden genomen, lijkt het
mij toch zinnig dat wij dit eens bekijken, vooral in verband met de
onduidelijkheid voor de verbruikers. De heer Kroon heeft al gesproken
over de winstuitkering en omdat deze van jaar tot jaar wisselt vraag
ik mij af of wij op deze manier moeten doorgaan. Wij hebben op de
openbare afdelingsvergadering al gesproken over het eventueel loskop
pelen van het bedrijf en ik geloof dat dit in de toekomst aan de orde
zal moeten komen. Voorts wil ik iets zeggen over de begroting en de
rekening. De heer Van Loon heeft tijdens de algemene beschouwingen
al naar voren gebracht dat de verschillen in de uitkomsten van begro
ting en rekening in 1970 en 1971 toch nogal zorgwekkend zijn. Ik meen
dat al eerder geconstateerd is dat wij maatregelen moeten nemen om
deze verschillen tot aanvaardbare bedragen terug te brengen. Wethou
der Broeders heeft ook al gezegd dat een kostenbewaking daarvoor nood
zakelijk is. Ik geloof ook dat de afdeling zeker in de naaste toekomst
hierbij periodiek betrokken zal moeten worden, opdat kan worden vast
gesteld hoe de stand van zaken is. Ik ben mij ervan bewust dat deze
wethouder hierover vandaag moeilijk toezeggingen kan doen. Ik wil
hem wel vragen vooral voor dit facet van het bedrijf de speciale aandacht
van zijn opvolger te vragen. Ik wil wel concreet op een paar cijfers in
gaan. Ik heb al gezegd dat in de totale begroting het winstcijfer van
het Enwa-bedrijf een grote rol speelt. Ik vind dat in het Enwa-bedrijf
toch wel met cijfers gegoocheld wordt. Ik denk hierbij aan het over
brengen van de kosten van straatverlichting naar de algemene dienst,
de herziening van het uniteiten-systeem voor de kapitaalslasten bij
het Enwa en de wijziging van de afschrijvingstermijn van straatverlich
ting. Dat wijzigen betekent natuurlijk wel wat, maar concreet komen
er niet meer inkomsten binnen en toch zijn de resultaten beter. Ik ge
loof dat wij als wij een dergelijke politiek ten aanzien van ons eigen
huishouden zouden voeren heel vlug zonder geld zouden zitten. Toch
kan het blijkbaar. Ik begrijp dat helemaal niet. Verschillende keren
heb ik verder al gevraagd of het nieuwe incasso-systeem voordelen
heeft opgeleverd. Dat moet eigenlijk wel; dat is nl. al aangekondigd
in de periode, waarin wethouder Melzer in deze zaak betrokken was.
Iedere keer krijg ik dan een iets ander antwoord. Ik heb in vraag 168
concreet gevraagd waar ik kan zien dat het nieuwe incasso-systeem
geldelijk voordeel oplevert. In het antwoord wordt vermeld: op de op-
brengstverdeelstaat wordt onder nr. 724 een renteopbrengst verantwoord
van 100.000, -- wegens minder te betalen rekening-courantrente. Ik
vind dit antwoord mede met het oog op een vraag die gesteld werd op
de openbare afdelingsvergadering op zijn zachtst gezegd een beetje
eigenaardig. Wat is nl. het geval? Ik heb die rekening 724 eens over
een paar jaar nagekeken. In de voorafgaande jaren is steeds een be
drag verantwoord wegens opbrengsten rente van belegde gelden. Deze
post vertoont vanaf 1969 een trendmatige verhoging, d. w. z. steeds
een extra rente-opbrengst. In 1969 bedroeg de rente-opbrengst
82. 000, --, in 1970 90. 000, -- en in 1971 95. 000, --. In de op-
rengstenverdeelstaat 1972 komt de post rente van belegde gelden he
lemaal niet meer voor; ik kan hem nergens meer vinden. Ik vraag mij af
of wij geen geld meer belegd hebben. Wat is er eigenlijk met deze post
gebeurd? Verder vind ik het eigenaardig dat een post minder te betalen
rekening-courantrente opgenomen wordt onder ontvangsten. Naar mijn
weten zou een dergelijke post moeten worden opgenomen in de kosten-