1515
25 NOVEMBER 1971
zal er nog over moeten beslissen, maar het idee leeft om de raadsle
den het oude voorstel toe te sturen, aangevuld met de zeer uitgebreide
notulering van de afdelingsvergadering, die over dit onderwerp heeft
plaatsgevonden. Wij menen dat dan de raad en de afdeling voldoende
zijn geïnformeerd om een besluit te kunnen nemen. De heer Van Duijl
herinnert nog aan de toezegging dat aan de twee groepen, die zich met
de wijkverwarming hebben beziggehouden, een overzicht zal worden
gezonden van datgene wat gerealiseerd is en wat nog gerealiseerd zal
moeten worden. Dit overzicht zal inderdaad worden toegezonden, maar
dit kan pas gebeuren nadat begin volgend jaar de gehele corrosieproble-
matiek samen met de geaccumuleerde verliezen van het verwarmingsbedrijf
duidelijk geëtaleerd zijn. Ik heb dus op dit moment vlotweg bij de beant
woording van de algemene beschouwingen van de fractievoorzitters een
aantal zaken genoemd, die gerealiseerd zijn. In de afdeling zal hierover
weer gesproken worden. Er is afgesproken dat de afdeling in januari zal
praten over de verliezen van het verwarmingsbedrijf. Naar de mening van
het college staan de verliezen in verband met de corrosieverschijnselene
Het is een duidelijke zaak dat na de bespreking in de afdeling de twee
groepen geïnformeerd zullen worden over de genomen maatregelen.
De heer Van Duijl vraagt vervolgens naar de samenwerking tussen de
Noordwest-Brabantse en het Enwa-bedrijf. Het is bekend dat het een
enigszins gecompliceerde en griezelige zaak is, omdat er twee con
cessionarissen binnen een zeer beperkt gebied optreden. Ik geloof ech
ter dat de heer Van Duijl op de hoogte zou moeten zijn van datgene
wat in de afdeling besproken is. Ik neem tenminste aan dat een en an
der in de afdeling besproken is. Breda heeft nl. zich gewend tot de pro
vincie, die op dit gebied maatregelen kan treffen en regels kan opstel
len. Dit heeft geleid tot het in het leven roepen van een commissie
van goede diensten door G.S. Deze commissie zal juist ten aanzien
van de door de heer Van Duijl gesignaleerde problematiek advies uit
brengen, nadat zij een visie op de gehele zaak heeft verkregen. Het
lijkt mij bijzonder prematuur op dit moment te beslissen over het af
stoten van het waterwingebied Breda. Ik wil hierbij nog de kantteke
ning maken dat het afstoten van het waterwingebied natuurlijk nog
een andere zaak is dan de distributie van het water. De heer Crul heeft
ook de wijkverwarming besproken. Hij vraagt wat er in de toekomst
gaat gebeuren. Ik geloof dat hij als ik het goed gezien heb in de beant
woording van vraag 176 daarover iets kan terugvinden. In dit antwoord
wordt nl. vermeld dat het college ten aanzien van de uitbreidingsplan
nen, met name van de Haagse Beemden, vooralsnog van mening is
dat de verwarming dient te geschieden door middel van individuele
gasunits voor wat de eengezinswoningen betreft en door middel van
blokverwarming bij de flats. Over de begroting en rekening 1970 heb
ik al een korte opmerking gemaakt. Ik meen dat de heer Crul ook nog
gesproken heeft over het inzichtelijk maken van tariefswijzigingen aan
de verbruiker. Ik wil op zijn verzoek die opmerking graag aan de as.
wethouder, die deze portefeuille zal beheren, doorgeven. Ik geloof
niet dat het nodig is hiervoor een juffrouw met contactuele eigenschap
pen in te schakelen. Ik meen dat wij kunnen volstaan met een brochure.
Ik geloof dat het Enwa-bedrijf en de dienst voorlichting hierin wel eni
ge ervaring hebben. Juist de brochure die door het Enwa-bedrijf is uit
gegeven ter gelegenheid van de invoering van het nieuwe incasso-systeem
laat mijns inziens niets aan duidelijkheid te wensen over. De heer Crul
vraagt verder of het nieuw incasso-systeem voordelen biedt. Ik verwijs
hem dan inderdaad niet naar het antwoord in het vraag- en antwoordboek,