1517 25 NOVEMBER 1971 lossen. Ik geloof dat men bereid moet zijn zelf naar een oplossing te zoeken en dat men hiervoor met een beroep moet doen op een derde instantie. Vervolgens wil ik mij verontschuldigen voor een opmerking, die ik in eerste instantie vergeten heb te maken en die ik nu graag te berde wil brengen. Ik zeg u bij voorbaat dat ik niet om een derde instan tie vraag. De heer Van Overveldt heeft in het algemeen gewezen op de personeelskosten en met name op de autokosten. Ik moet zeggen dat ik geschrokken ben van de sterke stijging van de autokosten, die uit de begroting van het Enwa-bedrijf blijkt. Bij de openbare behandeling is hierover ook reeds een vraag gesteld. In de afdeling is gesteld dat wanneer men ertoe overgaat een aantal functionarissen in de gelegen heid te stellen van een auto gebruik te maken, waardoor snellere hulp kan worden geboden en wellicht meer klanten per dag kunnen worden verwerkt, daarnaast een besparing naar voren moet kunnen komen. Wanneer men nl. eerst 5 en nu 10 klanten per dag kan helpen, dan betekent dat in feite dat er nu één man minder nodig is. Tegenover deze stijging van kosten had mijns inziens in dit geval dus ook een vermindering van personeelskosten kunnen staan. De heer CRUL: Ik heb de wethouder inderdaad verontschuldigd, omdat hij zich in een moeilijke positie bevindt. Toch wil ik ten aan zien van één punt zonder meer vanavond een duidelijk antwoord heb ben, en als dat vanavond niet gaat dan morgen maar. Ik ben nu zeker al vijf keer ingegaan op de kwestie van de rekening-courant en de winst. Ik krijg steeds andere antwoorden, ik ben het een beetje zat. Het hin dert mij het meeste dat het steeds verschillende antwoorden zijn; ik zou er nog wel vrede mee kunnen hebben als het iedere keer dezelfde ant woorden waren. Misschien zou dat een methode zijn om iemand murw te maken. Ik kom er echter niet uit, omdat het steeds verschillende ant woorden zijn. Ik weet dat hier in de zaal deskundigen aanwezig zijn, die daarop onmiddellijk een duidelijk antwoord moeten kunnen geven; het is al zo dikwijls aan de orde geweest. Ik verwacht hierover dus van avond gewoon een antwoord te krijgen, maar als dit niet mogelijk is omdat het zo geweldig moeilijk is, hetgeen ik mij niet kan voorstellen met de aanwezigheid van allerlei specialisten, dan kan ik misschien morgen een antwoord krijgen. Ik wil verder nog iets opmerken over de corrosie. De wethouder heeft mij niet helemaal goed begrepen. Ik ben heel blij met de plannen voor het plaatsen van eigen units in de nieuw bouwwijken, maar het gaat mij om de bestaande wijkverwarming. Moet met het oog op de toekomst niet eens bekeken worden of men daar ook eigen units zal moeten plaatsen? Ik vraag dit met het oog op de grote en moeilijk vast te stellen kosten voor onderhoud. De wethouder zal de kwestie van de tarieven doorgeven aan zijn opvolger. Ik kan mij daar helemaal achter stellen. Met betrekking tot de begroting en rekening 1970 zal ons een analyse worden voorgelegd, waarover wij in de afde ling zullen kunnen discussieren. Ik meen echter dat het accountants rapport niet aan de afdeling zal worden voorgelegd. Misschien kunnen ons hierover toch enige mededelingen worden gedaan. Wat de straat verlichting betreft heeft de wethouder mij niet goed begrepen. Ik heb alleen gezegd dat er ten aanzien van de straatverlichting en nog an dere zaken, die ik heb aangeroerd, een beetje met cijfers wordt ge goocheld. In feite worden de resultaten niet gewijzigd. Ik ben het er wel mee eens dat de straatverlichting bij de algemene dienst wordt ondergebracht.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 1517