1518
25 NOVEMBER 1971
De heer VAN DUN: Ik ben blij dat ik mij in ieder geval niet
schuldig maak aan de door de heer Crul gesignaleerde methodiek om
verschillende antwoorden te geven op zijn vragen over rekening-cou
rant en winst. Ik heb hem geen antwoord gegeven, dus dat verwijt kan
hij mij in ieder geval niet maken. Ik heb het er echt moeilijk mee.
Ik weet er niets van; dat moet ik gewoon bekennen.
De heer CRUL: Dat heb ik wel begrepen.'
De heer VAN DUN: Het is ook wat merkwaardig dat bij deze
vraag van alle kanten de stroom van vriendelijke informatie wat weg
blijft. Op zijn minst geeft dat ook te denken. Ik probeer de heer Crul
te vermurwen; misschien lukt dat. Ik kan hem het antwoord niet geven.
Ik geloof toch dat het plezierig zou zijn als de agenda vanavond afge
werkt zou kunnen worden. Ik doe de heer Crul een voorstel, waarvoor
ik zelf kan instaan. Zou de heer Crul ermee accoord kunnen gaan dat
op de e. v. afdelingsvergadering van het Enwa-bedrijf in december ant
woord wordt gegeven? Ik zie dat ik met de heer Crul hierover geen ac
coord kan bereiken. Een andere oplossing staat mij op dit moment ook
niet voor ogen en ik gelopf dat wij het antwoord dan morgen zouden
moeten geven. Ik wil proberen dit antwoord in samenwerking met de
deskundigen op te stellen, zodat hij dit morgenmiddag bij het begin
van de vergadering kan horen.
De heer CRUL: Ik snap er niets van, dat op dit moment, terwijl
alle deskundigen in de zaal aanwezig zijn, op deze vraag geen ant
woord eegeven kan worden. De vraag wordt niet voor de eerste keer,
maar voor de vierde of vijfde keer gesteld.'
De heer VAN DUN: Ik ben blij dat de heer Crul ook gezegd heeft
dat de beantwoording eventueel ook morgen kan plaatsvinden. Laten
wij dan verder niet ingaan op het feit dat vanavond niet geantwoord
kan worden. De heer Crul krijgt morgen het antwoord.
De heer CRUL: Ik wil graag een punt van orde stellen. Ik zou het
op prijs stellen als de vergadering even geschorst werd.
De VOORZITTER: Die wens kan natuurlijk worden ingewilligd,
maar u heeft zojuist zelf het alternatief aangedragen, dat morgen het
antwoord kan worden gegeven.
De heer CRUL: Ik wil toch graag even een schorsing.'
De VOORZITTER: Ik schors de vergadering.
SCHORSING VAN 22. 51 TOT 22. 54 UUR.
De VOORZITTER: Ik heropen de vergadering.
De heer CRUL: Ik heb er een beetje spijt van dat ik gezegd heb
er ook accoord mee te zullen gaan als het antwoord morgen wordt ge
geven. Ik wil er echter zelf ook nog even over nadenken. Wanneer de
toezegging kan worden gedaan dat er morgen een duidelijk antwoord
wordt gegeven, dan ga ik hiermee accoord.