1524
26 NOVEMBER 1971
gevraagd in het vervolg deze termijn langer te stellen, waarbij ik van
zelfsprekend niet denk aan weken. Al is het maar een dag of tien of
een week dan zou al veel gewonnen zijn, U ziet wel, dat ik u niet
overvraag. Naar mijn mening moet dit toch mogelijk zijn, te meer
nu voor wat betreft de begrotingsvoorbereiding de oude situatie van
vóór 1971 is hersteld. Gaarne vertrouw ik dan ook dat het college aan
dit toch niet onredelijke verzoek in de toekomst zal willen voldoen.
Uw antwoord zie ik gaarne tegemoet.
De VOORZITTER: Zoals u zult begrijpen, dames en heren, zijn
nu alle begrotingen aan de orde van het gemeente-archief, de socio
grafische dienst, de organisatie-adviseur en het gemeentelijk compu
tercentrum.
Mevrouw VAN NES-BRANDS: Ik wil graag een algemene opmer
king maken over de sociografische dienst. Deze dienst doet voor ons -
het gemeentebestuur en de raad - heel veel werk. Er wordt heel veel
en heel nauwgezet sociografisch onderzocht en daarvan ontvangen wij
regelmatig rapportage. In de eerste plaats zou ik daarom eigenlijk een
pluim op de hoed van deze dienst willen zetten omdat ik vind, dat -
waar wij in het algemeen zo klagen over het toesturen van informatie -
de sociografische dienst in dat opzicht zijn werk heel goed doet. Dit
wil ik eigenlijk wel graag vermelden. Het lijkt ons echter dat naast
sociografisch onderzoek ook meer opinie-onderzoek of motivatie-onder
zoek aan de orde zal moeten komen dan tot nu toe. Zo'n motivatie-
onderzoek is op het ogenblik bij de sociografische dienst aan de gang.
Het betreft hier een onderzoek naar de woontevredenheid bij de bewo
ners van de Hoge Vucht. Op verzoek van een aantal mensen is dit aan
gepakt. Het lijkt ons echter dat motivatie-onderzoek een belangrijk
hulpmiddel kan zijn om ons beleid te bepalen. Ik zou daarom willen
vragen of dergelijk motivatie- of opinie-onderzoek vaker en op ver
zoek van het college of van ambtelijke diensten of van andere groepe
ringen gestimuleerd zou kunnen worden. Ook zou ik willen vragen of
de sociografische dienst daartoe voldoende uitgerust is en met name met
sociaal-psychologen.
De heer SANDBERG: Graag kom ik nog even terug op de voorlich
ting en met name op het gemeentelijk informatieblad. Gisteren hadden
wij in de discussie met wethouder Van Dun meen ik afgesproken, dat
dit nu aan de orde zou komen. Bij vaststelling van de situatie op dit
moment blijkt dat wij iedere keer een aantal folders uitgeven. Ik denk
aan wijzigingen van tarieven, aan het instellen van een stedebouwkun-
dige adviesraad waarover een pamflet gaat verschijnen, aan de folder
van de begroting en aan het feit dat tal van zaken met behulp van fol
ders onder de burgerij worden verspreid. Daarnaast wordt incidenteel ook
nog ruimte in kranten gehuurd om diverse zaken bekend te maken.
Wanneer wij nu op de eerste plaats al de kosten van deze inci
dentele activiteiten samen nemen en daarnaast bedenken, dat op het
informatiecentrum toch wel de potentiële mankracht aanwezig is, ter
wijl wij tevens vaststellen dat wij het met zijn allen noodzakelijk vin
den, dat de burgerij regelmatig wordt ingelicht, dan is het mijns in
ziens niet zo moeilijk daaraan gezamenlijk iets te doen. Ik wijs hier
bij nog even terug naar de discussie van gisteren over het schoonhouden
van deze stad. Wethouder Van Dun zei toen toch ook, dat het een kwes
tie van mentaliteitsbei'nvloeding is en misschien van een stukje herop
voeding. Het moet dan niet moeilijk zijn daaraan gezamenlijk iets te doen.