1526 26 NOVEMBER 1971 stijging van 25%. Ik zou willen weten of dit misschien komt doordat wij in het komende jaar meer apparatuur gaan huren dan in het afge lopen jaar. Dit zou dan betekenen dat wij toch wel denken aan een uitbreiding van de automatiseringsactiviteiten. Het kan ook zijn dat er sprake is van een aanzienlijk hogere huur en in dat geval vraag ik mij af of een verhoging van 25% in één jaar nog wel tolerabel is. Overigens is in dit verband de inhoud van de nota gemeentelijk beleid 1972 - vooral wat gesteld is onder automatisering - wel interes sant. Vooral de opmerkingen omtrent het gebrek aan samenwerking tus sen de Brabantse gemeenten zijn toch wel erg relevant. Ook het feit dat naar de mening van het college de houding van gedeputeerde sta ten op zijn minst latent is, spreekt hier mee. Wij staan geheel achter de opvatting dat - indien de automatisering op een redelijke wijze van de grond moet komen - dit slechts verwezenlijkt kan worden wanneer zowel regionaal als landelijk een redelijke samenwerking tot stand komt. Nu blijkt dat dit eigenlijk niet van de grond komt, vraag ik mij af welke mogelijkheden wij nu hebben dat bijvoorbeeld via de Vereni ging van Nederlandse Gemeenten of rechtstreeks bij de Stichting aan te kaarten, zodat enige vorm van dwang mogelijk zal zijn. Wethouder DE RAAFF: De heer Crul is enigszins geschrokken van de verlaging van het bedrag. Ik kan mij dat wel voorstellen, maar ik moet hem toch antwoorden dat het beslist niet de bedoeling van de verlaging is geweest de indruk te wekken, dat wij negatief of minder positief tegenover deze materie zouden staan. De heer Crul weet dit trouwens ook wel. Het ging alleen om de vraag wat wij moeten doen met de bestaande post. Hij heeft zelf al aangevoerd eventuele initia tieven, hetzij van de kant van de vakorganisaties hetzij van die van de gemeente zelf, te steunen. Ik ben daarmee accoord, maar de ini tiatieven moeten nog wel komen. Toen wij deze post hebben neerge zet hebben wij gedacht aan het begrip management. Het is een belang rijk onderdeel van kadervorming en dit project staat ons duidelijk voor ogen. Daarom hebben wij voor die kosten hier een bedrag geraamd. Mochten er echter nieuwe initiatieven komen dan zullen die zeer ze ker positief bekeken worden. De heer Crul zal echter met mij van mening zijn dat kadervorming en vooral het kweken van inzicht bij het personeel ter zake van de democratisering van het apparaat niet louter een zaak is van de overheid, maar ook van de vakorganisaties. Mijn antwoord bevestigt dat ik de heer Crul begrijp. Wethouder BROEDERS: Over de automatisering zouden wij uit gebreid kunnen praten, omdat het een vraagstuk met vele kanten is. Ten aanzien van de cijfers zou ik op het volgende willen wijzen: on der 24002 zijn de opbrengsten wegens verkoop producten en dienstver lening opgenomen. Het zijn nu de bekende, vaste klanten. Bij de uit breiding "werkzaamheden en overige ontvangsten" staat een schatting van wat erbij komt. Nu is dat natuurlijk vrij moeilijk te schatten bij het opmaken van de begroting. Ik moet zelfs zeggen, dat wij nu toch een beetje de verwachting hebben dat er wat meer bij gaat komen dan wat wij toen hebben geschat. Bij elkaar geteld ziet u een toename van de productie, als ik het zo mag uitdrukken. Die twee posten horen na melijk bij elkaar. Het zijn de bekende en dete verwachten klanten. De heer Van Graafeiland zegt dat in de kosten van de dienstverlening een sterke stijging is waar te nemen. Ik moet daarbij zeggen, dat bij het opstellen van de begroting rekening is gehouden met verhoging van de huren. Er zijn twee apparaten bij gehuurd, die de productie kunnen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 1526