1527 26 NOVEMBER 1971 versnellen, zowel van de print als van de schijfcapaciteit. Er is ech- ve ter ook rekening gehouden met stijging van de huurcapaciteit. Overigens he kunt u hetgeen waarop dit is gebaseerd terugvinden in de toelichting on ec 46 bij de kosten van dienstverlening ten aanzien van wat allemaal ver- vr; huurd wordt. Ik moet u overigens ook zeggen dat wij er nog over den- mi ken inderdaad de capaciteit verder te vergroten, doch dit hangt samen ha met de ontwikkeling zoals die zich toch enigszins gaat aftekenen. Het da is misschien goed dat ik daarvan nu toch iets vertel. dii Op dit moment hebben wij contacten met het waterschap West- te Brabant, omdat wij vinden dat de activiteiten van dit semi-overheids- bi orgaan nauw bij onze zaak aansluiten. Bij de aanslagheffingen die zij an zullen moeten doen ligt een zekere parallel met de aanslagheffingen, he die wij eventueel zouden moeten verrichten in het kader van de nieu- m: we Wet Onroerend Goed Belasting. Wij hebben hierover contacten ge- Wc had en het waterschap West-Brabant staat zeer positief tegenover de w£ mogelijkheid ten principale om het samen te doen. Zelf hebben wij ste het initiatief genomen tot contact met de Waterleidingmaatschappij va West-Brabant om eventueel ook die administratie bij deze automati- zu sering te betrekken. In de beleidsnota hebben wij al iets gezegd over de ontwikkelingen op dit terrein. Ik kan u verder vertellen, dat wij ge op dit moment toch zover zijn dat het eerste gesprek nadien met de te vier grote brabantse gemeenten plus de provincie geweest is en dat m wij dit contact op 10 december zelfs gaan voortzetten. Ik geloof niet rij dat wij daarin op korte termijn datgene zullen bereiken, waarvan wij zi menen dat het eigenlijk in het kader van die automatisering zou moe- er ten gebeuren. Wel heb ik de hoop dat wij met wat geduld en doorzet- he tingsvermogen toch tot een groter samenwerkingsverband komen, ook di in Brabant en ook in het Soag-verband. DSar is binnenkort ook een m bespreking - ook in begin december - over de hele problematiek van lo de verdere samenwerking van de gemeenten èn andere organen zoals de is, waterschappen. Ik hoop dat wij daarmee bereiken gebruik te kunnen gr maken van de kunde en de ontwikkeling die bij diverse instanties aan wezig is. Met name wijs ik bijvoorbeeld op het feit, dat Tilburg met zc zijn bevolkingsadministratie een belangrijke stap op dat terrein heeft zc gezet. Aan de andere kant mogen wij zeggen, dat bij ons programma's le - bijvoorbeeld in het kader van de kredietverlening - zijn ontwikkeld da die weer met betrekking tot de andere gemeenten bijzonder waardevol ge zullen zijn. Op grond daarvan zijn wij dus overtuigd voorstander van de de samenwerking en de uitwisseling van de programma's. Wij hopen is die besprekingen weer op gang te krijgen - van onze kant is hiertoe het m initiatief weer genomen - en wij hebben toch enige hoop dat het nu be gaat lukken, omdat wij toch weer met elkaar en met de provincie aan w< tafel zitten. dc el De VOORZITTER: Van mijn kant wil ik nog een viertal vragen m beantwoorden die straks aan de orde zijn gekomen. wi la De heer VAN OVERVELDT: Ik heb nog geen antwoord gekregen op in mijn vraag, mijnheer de voorzitter. be De VOORZITTER: Daarmee ben ik bezig, mijnheer Van Over- le veldt. Ik wilde juist aankondigen dat ik aan vier raadsleden nog iets rn te zeggen had. Ik wil dan met u beginnen en met uw vraag of de ter- vc mijnen, die bij de schriftelijke vragenstelling ter gelegenheid van de de behandeling van de begroting worden gehanteerd, niet kunnen worden m

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 1527