152
11 FEBRUARI 1971
Ik meen dat hij in deze dingen nogal principieel is ingesteld, zoals
ik in voorgaande jaren nogal eens heb gemerkt, maar nu schijnt dat
iets minder te zijn geworden. Ik weet niet waar dat aan ligt.
De heer KROON: Mag ik even interrumperen, mijnheer de voor^
zitter? Het gaat mij niet om de naam, het gaat mij erom of de
heer von Schmid er bezwaar tegen heeft dat de fractie van mevrouw
van Nes en de heer van Os deelneemt aan het overleg van de fractie
voorzitters.
De heer VON SCHMID: Ik heb er ook geen bezwaar tegen gehad
dat deze groep vertegenwoordigd is in de democratiseringscommissie,
ik heb er ook geen bezwaar tegen gehad mee te werken aan een
initiatiefvoorstel, dat mede door een lid van deze groep is inge
diend. Dat is voor mij dus geen punt. Het gaat mij alleen om de
zuiverheid, juist ook van die naamgeving. Dat is namelijk toch wel
belangrijk als je het hebt over zuivere politieke verhoudingen.
De heer KROON: Ik ben het met u eens, ik wil die naam dan
gaarne veranderen.
De heer VON SCHMID: Dan kom ik vervolgens aan een punt dat
ook al door de heer Kroon naar voren is gebracht en dat ik ook be
langrijk vind, namelijk waar de fractie Demokraten/D'66, of laat
ik nu maar zeggen Demokraten, staat. Ik moet eerlijkheidshalve
zeggen dat ik achteraf erg blij ben dat deze breuk ertoe heeft ge
leid dat deze twee namen toch uiteengevallen zijn, want een van
de dingen die ik en ook D'66 nooit gewild hebben is een vereen
zelviging met D'66. Wat dat betreft verheugt het mij dus dat dit
nu zeer duidelijk tot uiting is gekomen. Ik heb nooit enige binding
gehad met D'66 en zou dat ook niet willen.
Wat mijn positie in deze raad betreft meen ik te moeten zeggen
dat --en dat geldt ook voor mijn fractiegenoot wij ons hele
maal willen stellen op de basis van de boodschap die door de raad
aan het college is meegegeven. Die boodschap is al veel ter sprake
geweest en ik zal er dus niet verder over praten. Alleen nog dit.
Ik heb er met bijzonder veel plezier in het overleg van de lijst
trekkers aan meegewerkt en ik geloof dat er veel dingen in staan
die juist uit onze groep naar voren zijn gekomen. Ik ben dan ook
van mening dat de raad in dit opzicht eigenlijk verder zou moeten
gaan dan tot nu toe. Dat is natuurlijk geen verwijt aan wie dan ook,
het gaat er alleen om dat ik vind dat er in de toekomst meer van
dergelijk overleg over de partijverdeling heen zal moeten plaatsvinden.
Persoonlijk zou ik zeggen, nu ik deze algemene beschouwingen weer
eens heb meegemaakt, dat het eigenlijk in overeenstemming zou zijn
geweest met de boodschap -- misschien zouden wij dat volgend jaar
eens kunnen proberen -- wanneer wij gezamenlijk tot een gezamen
lijke algemene begrotingsbeschouwing zouden komen, die dan door
één persoon zou kunnen worden voorgelezen en dat zou wat mij be
treft dan best de heer van Loon weer mogen zijn. Ik geloof namelijk
dat een van de grote problemen van deze tijd is, dat is dan misschien
het enige dat ik als stukje algemene beschouwing mag leveren, dat de
geweldige problemen waarvoor Breda staat en die hier door vele spre
kers zeer goed ter sprake zijn gebracht met zich brengen dat die
partijverdeling en het in hokjes werken daar niet meer in past. Daar-