1547 26 NOVEMBER 1971 De VOORZITTER: Daarop is overigens wel een reactie gekomen. De heer GEENE: U zult inmiddels begrepen hebben dat ik niet sta het minste bezwaar heb tegen Carnaval, Breda is een van de weinige steden ao in Nederlanu die net straatcarnaval kent. Daarom ben ik blij van u gehoord ge! te hebben, dat de straatterreur extra aandacht heeft. Dat zal zeker tijdens die die dagen extra nodig zijn. ins ee: De heer AMERICA: In eerste instantie heb ik één zaak aan de or- te de gesteld, maar nu wil ik over twee onderwerpen enkele opmerkingen we maken. U ziet dat ik wat moeite heb met het dierenasiel. Ik ben blij ik dat wethouder De Raaff die zaak nog in studie heeft en ik zou hem wil- na; len aanbevelen om - behalve de wetten die gelden voor dieren - ook in toch nog een kleine studie te maken van de universele rechten van de ik mens en even na te gaan of die rechten in Breda ten aanzien van de burgers, die wij mensen noemen, worden nagekomen. Ik hoop toch wel dat - als er een voorziening voor de dieren komt - dit geen statussymbool mc wordt waaruit zou kunnen blijken dat er meer aandacht besteed wordt pei aan bepaalde dieren. Ik vind dat daarvoor wel iets moet gebeuren, maar zei zeer eenvoudig. Laten wij eerst gaan werken voor de mensen.' dai Bij mijn tweede opmerking zal ik mij zien te beheersen. U weet de dat ik op een gegeven ogenblik kwaad kan worden. mc ooi De heer FROGER: Dat is heilige toorn.' dm na' De heer AMERICA: Ik krijg nu een antwoord van wethouder Van be: Dun, dat ik nu een vraag stel die ik niet bij de schriftelijke vragen heb pai ingediend. Daar zit nu duidelijk mijn probleem. Als de voorzitter vo- ge1 rige keer tegen mij zei, dat mijn opmerkingen steekten, dan moet ik nu zeggen dat ook dit antwoord van de wethouden steekt. Die onder- de doorgang voor de Biesdonkweg is namelijk een essentieel onderdeel he' voor de verdere beveiliging van de noordelijke rondweg. Ik dacht dat ze; het college en heel de raad het er mee eens was, dat die noordelijke nie rondweg eigenlijk iets is wat er nooit had mogen komen. Ik dacht ook me dat wij met elkaar hadden afgesproken dat wij alles zouden doen om Be: aan de beveiliging, die daar noodzakelijk is op dit moment en voor coi de toekomst, te werken. In dat kader is aan de toen bestaande actie- me groepen en aan de opbouwraad Breda-Noord toegezegd, dat op zijn minst en een onderdoorgang gemaakt zou worden bij één van de kruisingen. Daar- da; door zou het met name voor schoolgaande kinderen, die daar straks in zo; duizendtallen aanwezig zullen zijn, mogelijk zijn te zorgen voor meer wl en betere voorzieningen dan de verkeerslichten die er nu zijn. Ik denk de alleen al aan het feit, dat daar een nieuwe G. T.S. en Mavoscholen aa: gepland zijn. Andere voorzieningen zijn dan gewoon noodzakelijk. of Wij hebben mijns inziens het investeringsplan 1971 goedgekeurd, nu waarin een bedrag van 393. 800, -- is opgenomen dat in 1971 al besteed za! diende te worden voor net aanbrengen van die onderdoorgang. Die post ov; mis ik nu totaal in 1972. Ik vind het niet correct dat er eigenlijk een rechercheur aangesteld zou moeten worden om te zien of in de begro- me ting en het investeringsplan misschien zo maar posten vervallen. Ik he: zou graag vernemen of het werkelijk zo absurd is dat ik het correct acht he' de raad in kennis te stellen van het vervallen om welke reden dan ook ge: van een post die toch eerst door de raad - en niet alleen door het col- ge: lege - is goedgekeurd. en we

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 1547