1554 26 NOVEMBER 1971 te doen verhogen - teneinde tot een sluitende exploitatie te komen - heeft zich wel in een snel tempo voltrokken. Vorig jaar een tariefsver hoging van 13% en nu een voorstel van circa 30% om voor 1972 een volledige kostendekking te bereiken. U zult wel met mij eens kun nen zijn, dat dit een forse verhoging is. Liever zou het mij geweest zijn wanneer deze fasering zich over een langere termijn had uitge strekt. Door het vóórliggende voorstel wordt een volledige kosten dekking bereikt. Dit impliceert dat de paraatheidskosten van de ambulancedienst geheel in de tarieven zijn verwerkt. Dit nu vind ik niet juist. Ik ben van mening dat genoemde dienst paraat is voor de totale gemeenschap en dat de met deze paraatheid gepaard gaande kosten - als ik goed geihformeerd ben bedragen zij voor Bre da een 200. 000, 1 250. 000, per jaar - gemeenschapskosten zijn en derhalve dienen te worden bestreden uit de gemeenschaps gelden. Nu krijgen wij uitsluitend afwenteling van deze kosten op degenen, die van een ambulancedienst gebruik maken. Dat is on juist. Ik betreur het dan ook in hoge mate dat door het rijk geen bijdrage in deze kosten wordt geleverd. Hier ligt mijns inziens zeer zeker een taak voor de rijksoverheid. Dat deze overheid onlangs heeft besloten niet bij te dragen in de paraatheidskosten kan ik dan ook niet anders zien als een maatregel om budgetaire redenen. Met deze achtergrond en gezien onze eigen financiële positie kan ik begrip opbrengen voor het feit, dat u als college als het ware met de rug tegen de muur geplaatst bent en niet anders kon doen dan met dit voorstel te komen. Ik wil bij dit punt dan ook niet langer stil staan, maar ik wilde mijn opmerkingen alleen maar kwijt. Waar toe echter een dergelijke noodgedwongen tariefstelling kan leiden, wil ik met een voorbeeld illustreren. Mij is een geval bekend van een zieke die enige maanden geleden door onze ambulancedienst is vervoerd van Zwitserland naar Breda. Heen en terug werd een afstand afgelegd van 1719 kilometer en de rekening bedroeg na afronding 4500,Voor deze rit zou bij de voorgestelde tarieven de nota ruim f 6000, bedragen. Bij het horen van dergelijk hoge bedragen zegt mijn ge voel, dat hier iets niet klopt. In dit geval staan naar mijn mening genoemde bedragen in geen enkele verhouding tot de werkelijke kosten. Hiertegen kan men misschien aanvoeren, dat men zich te gen dergelijke risico's kan verzekeren, of - zo men de kosten niet of niet geheel kan voldoen - dat er een beroep kan worden gedaan op een tegemoetkoming in de kosten op grond van een of andere wet of anderszins. Ik ben van oordeel dat men dit motief niet kan hanteren om dergelijke bedragen te rechtvaardigen. Ik zou dan ook met klem willen pleiten voor een andere tariefstelling voor lan gere internationale ziekentransporten, waarbij ik denk aan het in voeren van een staffeltarief. Ik mag de wethouder van sociale za ken en volksgezondheid verzoeken dit punt eens nader te bezien en zijn bevindingen te zijner tijd aan de raad kenbaar te maken. Ik vertrouw er gaarne op, dat hij mij deze toezegging zou willen doen. Mevrouw VAN ROOIJ-VAN DEN HEUVEL: Volgens het gemiddel de in Nederland heeft Breda met 100.000 inwoners en 35 huisartsen een tekort van 12 huisartsen. In uw antwoord op vraag 224 gaat u ermee akkoord, dat er in Breda groepspractijken komen waar door een team van artsen efficiënter gewerkt kan worden. Gaarne zouden wij

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 1554