1562
26 NOVEMBER 1971
zwaveldeeltjes, waarvoor men oplossing vond door omschakeling
op aardgas. Vanuit de wijk zijn diverse klachten gekomen over
een weeïge, zoete lucht. U weet dat daarover besprekingen gaande
zijn. Vanuit één wijk kwam een klacht over zwavelwaterstofstank,
terwijl uit een andere wijk klachten binnenkwamen over geluidshinder
van een ketelhuis van de centrale wijkverwarming. Tenslotte kwam
er nog een aantal klachten over de verontreiniging van het opper
vlaktewater van de Mark. Dit is wat tot nog toe aan klachten bin
nenkwam. Er is nog geen centraal punt waar de klachten ontvangen
kunnen worden en het betreft gewoon mensen, die uit zichzelf naar
De G. G. en G. D. gebeld hebben hierover.
De behandeling van deze klachten kan op drie manieren geschie
den: via een zelfstandig onderzoek door de G. G. en G. D.-arts, hij
kan die klachten ook in samenwerking met andere diensten behan
delen en hij kan die klachten ook ter afdoening doorgeven aan één
van de andere diensten. Als bijvoorbeeld iets bij openbare werken
thuishoort dan schakelt hij deze dienst in. Dit is misschien een ant
woord op de vraag van de heer Jansen.
De vraag van de heer Quadekker betreft niet mijn antwoord,
maar is eerder tot u gericht, mijnheer de voorzitter.
Mevrouw Van Nes heeft over jeugdtandzorg gesproken en ik
meen daarover al gesproken te hebben in antwoord op de vragen
van mevrouw jager. Zij vraagt over een post uit het investerings
plan waar het bedrag van het programma zelf vandaan moet komen.
Het is de bedoeling om bij het overgaan op de nieuwe methode van
jeugdtandverzorging de oude methode van het verwijzingssysteem op
te heffen. Daardoor komt geld vrij. Bovendien verwachten wij op
korte termijn tot een centrale, provinciale mechanische eindadmi-
nistratie te komen. Ook dit zal financieel voordeel geven. Op deze
manier hopen wij dus ruimte te vinden voor de start met de voorlich
ting. Het gaat in eerste instantie om voorlichting en daarna om be
handeling. In 1972 zal de voorlichting vooral onze aandacht krijgen.
Deze is uiteraard niet zo duur als de behandeling.
Mevrouw Van Nes en de heer America spreken beide over de
geestelijke volksgezondheid en bepleiten herstructurering. Mijns in
ziens heb ik bij vorige onderdelen van de begroting en bij de al
gemene beschouwingen reeds te kennen gegeven, dat wij dit jaar
pogingen zullen doen om tot coördinatie te komen.
Verder zijn er vragen over de wet gezondheidsvoorzieningen
gesteld. Hoe lang duurt het voordat deze wet tot stand komt en
hoe lang duurt het voordat deze wet wordt uitgevoerd? Daarop kan
ik echter geen antwoord geven, want ik maak uiteindelijk niet uit
wanneer een conceptvoorstel wet wordt, laat staan wanneer het
uitgevoerd gaat worden. Ik hoop alleen dat het niet te lang zal
duren. Mevrouw Van Nes zegt nu dat wij daarop niet moeten wach
ten en alvast moeten beginnen. Wij gaan dus wel beginnen, maar
die wet wordt juist gemaakt om hetgeen wij nastreven te realiseren.
Als dat werkelijk zonder wet kon, dan was het vermoedelijk al
lang gebeurd. Ik denk echter dat de wet nodig zal zijn om uitein
delijk tot die herstructurering en een goede afstemming op elkaar
te komen.
De heer America pleit ook nog voor een goede benadering van
de patiënten. Ik meen dat wij daarop inderdaad steeds attent moe
ten zijn. Hij wil ook alle kleine ongevallen naar de G. G. en G. D.
sturen. Daarmee ben ik niet gelukkig, omdat kleine ongevallen bij