1563 26 NOVEMBER 1971 de huisartsen thuishoren. Als de huisartsen menen, dat naar zieken huizen verwezen moet worden, dan is dat hun verantwoordelijkheid. Ik zou echter niet graag zien dat alle kleine ongevallen bij de G. G, en G. D. terechtkomen. Het kost ook de gemeente geld en ik zie niet in, waarom de gemeente deze kosten voor haar rekening zou moeten nemen. Ook sprak de heer America nog over geldverspilling. Daarmee ben ik het echter niet zo maar eens. Ik kan mij voorstellen dat coördinatie tot een betere werkwijze zal leiden. Of daaruit in eer ste instantie nu werkelijk grote financiële voordelen te behalen zijn betwijfel ik ten zeerste. De heer AMERICA: Zijn twee magazijnbeheerders niet duurder dan één? Wethouder DE RAAFF: Het hangt af van de tijd dat zo'n maga zijnbeheerder werkt. Als twee magazijnbeheerders ieder één uur werken dan behoeven zij toch niet duurder te zijn dan een maga zijnbeheerder die twee uur werkt? Ook heeft de heer America gezegd dat er pogingen zijn gedaan te komen tot één groot uitleenbureau voor verpleegmiddelen, doch dat dit op confessionele gronden niet mogelijk zou zijn. Voor zover mijn informaties strekken zijn er inderdaad plannen geweest voor één groot uitgiftemagazijn. Het is echter op grond van afwezigheid van passende ruimte niet doorgegaan. Het zou inderdaad al te gek zijn als hieraan confessionele bezwaren ten grondslag zouden liggen. Mij is echter bezworen dat dit niet het geval is. De heer AMERICA: Er was ruimte in het Groene Kruis-gebouw, maar blijkbaar was dat voor het Witgele Kruis een concurrentie-po sitie. Wethouder DE RAAFF: Deze mededelingen van de heer America zijn volgens mijn informatie niet juist. Niet alleen werken de veld werkers van de kruisverenigingen goed samen, maar ook de besturen hebben in principe besloten tot éen vereniging te komen. Alleen het moment waarop dat zou moeten gebeuren is nog niet vastgesteld, omdat men veel relatielijnen heeft naar de provincie en op lande lijk niveau. Ik moet toch ook vermelden, dat de personeelskosten van de kruisverenigingen 86 °]o van de totale uitgaven vormen. Ik verwacht echter toch dat de personeelskosten ook bij fusie zullen blijven doorlopen, zodat enorme verspillingen naar mijn smaak per se onmogelijk zijn. Dit betekent echter niet, dat wij niet naar coördinatie moeten streven of niet moeten proberen tot één vereni ging te komen. Wethouder VAN DUN: Mijns inziens zijn er op het punt milieu hygiëne geen andere vragen gesteld dan die welke door wethouder De Raaff reeds beantwoord zijn. Alleen de heer Geene heeft in zijn inleiding een aantal zaken gememoreerd, die in Breda aan de gang zijn, terwijl hij daarin reden tot tevredenheid heeft ontdekt. Ik geloof dat wij dit van de kant van het college moeten onderschrijven. Wanneer wij spreken over de stand van het waterbeheer of over het milieu met betrekking tot de gesignaleerde cijfers te water, moeten wij mijns inziens wel voorop stellen, dat dit een zaak is voor het waterschap.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 1563