1564
26 NOVEMBER 1971
Van de kant van de gemeente moeten wij erop attent zijn zaken
te signaleren en door te geven aan dat waterschap. Ten aanzien
van ae luchtverontreiniging noemt de heer Geene een aantal zaken
dat daarmee samenhangt. Ik heb al van hem begrepen dat hij ook
signaleert dat daaraan in Breda iets wordt gedaan. Anderzijds moe
ten wij via de diensten zoals die van openbare werken - en met
name die van bouw- en woningtoezicht - attent zijn op de voort
gang van technieken, die ertoe bijdragen dat de luchtverontreini
ging tot een minimum beperkt wordt.
De VOORZITTER: Ik voel mij echt wel enigszins geexcuseerd
wanneer zelfs de echte voorzitter een keer het distinctief af doet.
Ik dacht dat ik dat dan ook wel zou mogen doen. Ik heb echter
voor de heer Quadekker nog een antwoord, omdat ik de indruk
had dat hij een vraag heeft gesteld die bij de rondvraag thuishoort.
Binnen drie maanden zal hij daarop dan schriftelijk antwoord krij
gen. Ik wil hem echter ook nu wel vast iets daarover vertellen.
Er is een schriftelijk antwoord gekomen pp de vraag naar het dis
tinctief van de hoofdbode. U hebt toen kunnen merken dat de
hoofdbode zonder distinctief zelfs herkenbaar was. Ik neem daarom
aan dat bij de loco-burgemeester die herkenbaarheid gewoon aan
wezig is. Even ben ik ook uitgegaan van de opvatting, dat het
bij een korte onderbreking wat verwarrend zou kunnen werken als
telkens de tekens gewisseld zouden worden. Ik wil echter desge
wenst met de opmerking van de heer Quadekker in het vervolg
wel rekening houden.
De heer JANSEN: Ik ben enorm blij met het antwoord van de
wethouder en een zo volledig antwoord had ik in eerste instantie
eigenlijk niet verwacht. Ik vraag mij wel af of wij niet moeten
overgaan tot het instellen van een centrale meldingspost. Wij moe
ten aat dan ook duidelijk bekend maken bij de burgers. Ik zou dan
ook willen vragen of het misschien mogelijk is van tijd tot tijd
een overzicht te krijgen van de klachten die er zijn en van de op
lossingen die daarvoor gevonden zijn. Ik vind het namelijk toch
nog wel een bedenkelijke situatie, als men spreekt over zwavel-
deeltjes, rode corrosiedeeltjes en giftige gassen.
De heer GEENE; Ik heb het college uitgenodigd adhesie te be
tuigen met het advies, dat door die ziekenhuiscommissie is uitge
bracht. De wethouder heeft daarop die uitnodiging weer terugge
speeld naar de raad. Inmiddels doet in de zaal een papier de ron
de, waarop handtekeningen worden geplaatst.
Hierna dient de heer GEENE de volgende motie in:
"De raad van de gemeente Breda, in vergadering bijeen op
26 november 1971,
kennis genomen hebbende van het advies van de ziekenhuiscommis
sie, inhoudende de aanbeveling om te komen tot de stichting van
één a-ziekenhuis en één b-ziekenhuis te Breda
verzoekt het college van burgemeester en wethouders aan de