1566
26 NOVEMBER 1971
zal laten wachten. U kunt dan nu wel zeggen dat daar mogelijkhe
den bestaan, maai op welke termijn is met geen enkel woord te
zeggen. Wij blijven dus eigenlijk met onze tekorten in de kou staan,
mag ik concluderen.
Mejuffrouw PAULUSSEN-. Ik was niet van plan het woord te
voeren, maar ik zou toch de wethouder willen herinneren aan mijn
opmerking in de openbare afdelingsvergadering. Ik heb toen gesteld
dat het onze indruk is, dat de ontwikkelingen op bestuurlijk niveau
geen gelijke tred houden met die van de sociale dienstverlening in
het uitvoerende vlak. Met name meenden wij te constateren dat
de confessie als organisatiecriterium in de uitvoering nauwelijks
meer ter zake is. Daar is dus duidelijk een deconfessionaliserings-
tendens merkbaar. Van de andere kant laat de ontzuiling lang op
zich wachten bij de bestuurlijk-organisatorische zijde. Ik heb toen
gesuggereerd hier eens te denken aan een onderzoek - mogelijk
door de sociaal-geografische dienst - om vanuit die hoek met con
crete gegevens een aantal vragen ter hand te nemen. Ik zou de wet
houder op dit moment willen vragen deze suggestie eens een keer
van een advies te voorzien om te bekijken of dat mogelijk zou zijn.
Iedere keer praten wij immers opnieuw over moeilijkheden bij de
coördinatie en over de samenwerking bij principebesluiten. Ik geloof
dat wij deze zaak eens heel concreet en heel reeel moeten aanpak
ken om in dat hele veld goed en hard te kunnen doorstoten.
Mevrouw VAN ROOIJ: Het doet mij plezier te horen dat al be
sprekingen op gang zijn gekomen over die groepspractijken. In eer
ste instantie had ik gevraagd welke faciliteiten er zouden komen.
Ik begrijp dat de wethouder dit nu misschien niet kan zeggen, om
dat de besprekingen nog moeten plaatsvinden. Ik wil dan alleen
vragen öf er faciliteiten worden verleend bij de oprichting van die
groepspractijken.
De heer ROOZEBOOM: Ik heb het antwoord van de wethouder niet
helemaal kunnen volgen, omdat ik aan de motie zat te schrijven. Ik
heb echter intussen wel begrepen dat hij ten aanzien van combinatie
van de kruisverenigingen - ik geloof ook wel dat dit allemaal niet
zo eenvoudig is - in twijfel trekt of daaraan financiële voordelen
zijn verbonden. Hij acht dat althans niet voldoende aangeduid. Ik
moet toch zeggen dat ik volstrekt niet kan meegaan met zijn rede
nering. Mijns inziens werken alle combinaties niet altijd besparend
of optimaliserend. Hier gaat het echter om twee nogal gelijksoorti
ge vormen van activiteit, zodat combinatie daaraan ongetwijfeld
alle financiële voordelen van schaalvergroting met zich brengt en
ook een optimalisering van de dienstverlening tot gevolg zal hebben.
Al denk ik alleen maar aan de kosten van gebouwen, een betere
begeleiding, optimalere bezetting van het personeel en een betere
benutting van de hulpmiddelen. Voor mij staat volstrekt vast, dat
hieraan beduidende financiële voordelen verbonden zijn.
Wethouder DE RAAFF: De heer Jansen vraagt of er niet een cen
trale meldingspost kan worden ingesteld. Ik dacht dat dit een punt
is, waaraan aandacht geschonken zou moeten worden, wanneer wij
de hele problematiek van de milieuhygiëne gaan bekijken bij de
behandeling van de nota waarover de heer Van Dun heeft gesproken.