26 NOVEMBER 1971 1568 Hierna wordt met algemene stemmen besloten in de door de heer Geene ingediende motie "a-ziekenhuis" resp. "b-ziekenhuis" te vervangen door-, "a-ziekenhuis van 800 900 bedden" resp. "b-ziekenhuis van 400 bedden". Wethouder DE RAAFF: Vervolgens wil ik ingaan op de woorden van mevrouw Van Nes. Zij heeft gesproken over groepspractijken. Zij zegt dat de wethouder met de heren overleg wil gaan plegen, doch dat de gemeente veel meer kan doen: gronden beschikbaar stellen, bouwvergunningen geven, huisvestingsproblemen oplossen. Ook stelt zij dat tot nog toe geen enkele voorziening is getroffen in bij voorbeeld de Hoge Vucht. Inderdaad was het tot nu toe nog steeds gebruikelijk, dat huis artsen zelf hun zaken regelden. Ik kan mij geen enkel voorbeeld herinneren, waarbij de gemeente hierin heeft voorzien. Mevrouw VAN NES: Dat was mijn bedoeling niet. Met wat ik zei beoogde ik alleen, dat de gemeente haar medewerking zou verlenen aan het tot stand komen van die groepspractijken. Het is helemaal niet mijn bedoeling te zeggen, dat de gemeente nu maar huizen voor groepspractijken moet bouwen. Wethouder DE RAAFF: Dan begrijp ik mevrouw Van Nes toch goed. Wij zullen echter met de betreffende personen overleg moeten gaan plegen over wat er moet worden gedaan, en over wat hen voor de geest staat. Dat gaat inderdaad gebeuren. Ik ben bovendien met mevrouw Van Nes van mening, aat bij nieuwe bestemmingsplan nen zeker rekening gehouden moet worden met ruimtes en gronden voor groepspractijken, evenals voor gezondheidscentra. Mevrouw Van Nes heeft dit woord niet genoemd, maar ik dacht dat zij dit bedoelde toen zij sprak over de huisvesting van meerdere discipli nes in nieuwe wijken. Omtrent de schooltandverzorging willen wij inderdaad beginnen met voorlichting in de hoop dat dit effect heeft. Pas nadien willen wij bij de kleuters - voor zover nodig - tot restauratie van de ge bitten overgaan. Wij beginnen dus niet met de restauratie maar met de voorlichting. Overigens ken ik het standpunt van mevrouw Van Nes, dat zij van mening is dat de G. G. en G. D. een goede plaats zou zijn voor psychiater of psychiatrische dienst. Zij kent ook mijn stand punt, dat ik eerst wil onderzoeken of het nodig is en of het een taak voor de gemeente Breda is. Ik zeg dus niet dat het niet zal gebeuren, maar ik zeg ook niet dat het wel zal doorgaan. Mijns inziens moet men bij het bestaan van problemen niet direct naar de gemeente hollen, omdat het dan wel wordt opgelost. Wij moe ten de verantwoordelijkheden leggen waar zij thuishoren. Mejuffrouw Paulussen vraagt naar een onderzoek van de socio grafische dienst. Ik geloof wel dat deze dienst niet voor een klein tje vervaard is. Ik zou echter niet weten of zij ook dergelijke on derzoeken moet doen. Bovendien moet het nog passen in de moge lijkheden van de sociografische dienst in verband met de tijd. Gere geld krijg ik vragen van deze dienst, dat zij een extra kracht moe ten aantrekken voor het een of voor het ander. Bovendien stelt men, dat ik moet zorgen voor meer mensen als ik bepaalde onderzoeken gedaan wil hebben. Ik zie daarom nog niet goed of het mogelijk

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 1568