1574
26 NOVEMBER 1971
1971 11.301.00,-- in het fonds aanwezig was, en u deelt mede
dat tot nu toe geen kosten van bedoelde werken ten laste van dit
fonds zijn geboekt. Als toekomstige besteding zegt u te denken
aan bijdragen in de kosten van het Hoogspoorplan, de rioolafvoer-
leiding inclusief de rioolwaterzuiveringsinstallatie. Uit het antwoord
op vraag nummer 111 inzake het grondbedrijf blijkt dat vanaf 1950
een bijdrage in de kosten grote werken a 1,60 per m2 uitgege
ven grond is berekend, vanaf 1964 2, 60 per m2 en vanaf 1966
4, -- per m2. In de beleidsnota 1972 lees ik op bladzijde 38,
waar u spreekt over grondverwerving en grondprijzenbepaling, over
het vraagstuk van het doorberekenen van de kosten grote werken
en wijkvoorzieningen in de grondprijs. Met dit laatste zou ik wil
len beginnen. Ik ben namelijk van mening - en ik geloof niet dat
ik de enige ben in deze raad die dit als vanzelfsprekend aannam
- dat vanuit bedoeld fonds reeds meerdere malen was bijgedragen
aan bijzondere voorzieningen in de nieuwe wijken. Als antwoord
op vragen in de vergadering van de commissie openbare werken
werd hierover gesteld, dat staande zo'n vergadering geen specifi
catie gegeven kon worden. Wat blijkt nu echter? Reeds twintig
jaar worden deze bijdragen in de grondprijs berekend zonder dat ten
laste van dit fonds enige wijk- of andere voorziening tot stand is
gebracht. Hoe moet ik dit verstaan? In de twintig jaar van het
bestaan van het fonds zijn toch diverse plannen gerealiseerd? Ik
denk hierbij aan Hoge Vucht, Heusdenhout, Ginneken etc. De al
gemene voorzieningen, zoals u die noemt en die dus het hele Bredase
gebied betreffen, zouden althans gedeeltelijk ook aan dit fonds toege
rekend kunnen worden. Mijn grote bezwaar daarbij is als volgt. Wan
neer u deze methode hanteert betalen zij, die in de nieuwbouw wo
nen, een extra bijdrage aan algemene voorzieningen, hetzij ineens het
zij middels de huur, die andere inwoners van onze stad niet betalen.
Vindt u dit juist? U dient daarbij te bedenken wat zo'n bijdrage in
eens - of het nu ƒ1400,of 4000,-- per woning is - voor hen
betekent, die vaak toch al problemen hebben om de financiering
rond te krijgen. Meent u niet dat een duidelijk beleid in deze
kwestie noodzakelijk is? Men zou bijvoorbeeld kunnen doen vaststel
len, welk percentage van de bijdrage bestemd is voor wijkvoorzie
ningen en welk percentage voor werken met een algemeen karak
ter. Ten tweede is het nodig het fonds zo te beheren, dat duide
lijk blijkt welke bedragen ten behoeve van de wijkvoorzieningen
zijn gereserveerd. Op ae derde plaats moet de raad bij besteding van
dergelijke gelden bepalen, welke voorziening de voorkeur verdient.
Tot slot vraag ik mij af waar ik een financieel verslag kan vinden
over bedoeld fonds? Thans zie ik alleen, dat het grondbedrijf heeft
ontvangen, dat het grondbedrijf aan de gemeente uitkeert, dat de
gemeente uitkeert aan de leningsdienst.
De heer VAN MERKOM: Bij de openbare afdelingsvergadering
van twee a drie weken geleden heb ik naar aanleiding van de
vragen over het onderhoud van de urinoirs als antwoord van de
wethouder te horen gekregen, dat er in de stad voldoende aanwe
zig zijn. Gisteren heb ik echter in de krant gelezen, dat door
de heer Horsten van de V. V. V. is gesteld dat op de Havermarkt
- er is vanmiddag al meer over andere facetten daarvan gesproken
- een openbaar toilet aangelegd zou moeten worden. De potkan-
straat bewijst de oorzaak hiervan te zijn. Ik wist niet dat wij de