1577 26 NOVEMBER 1971 aangeven, dat het misschien toch wel nodig zou zijn geweest. Ten tweede vind ik het bijzonder fijn, dat de heer Van Cau- lil ons een heel duidelijk inzicht heeft gegeven in een bijzonder moeilijke materie. Als ik hem goed heb begrepen - maar dan zit ik weer met diezelfde vraag naar dat onderzoek en ik hoop dus dat ik hem goed heb begrepen - dan mag ik uit zijn betoog con cluderen, dat bijvoorbeeld de bewoners van Breda-Noord - dat is namelijk een nieuwbouwwijk waar de laatste jaren bijzonder veel is gebouwd - een paar miljoen in dat fonds hebben gestoken voor grote werken. Als dat zo is, zou ik het bijzonder op prijs stellen aat inderdaad op korte termijn dat fonds opnieuw bekeken wordt. Het is misschien mogelijk, dat van iedere vier gulden die voor grote werken wordt besteed een kwartje of vijftig cent gereserveerd wordt voor wijkvoorzieningen. Als dat nog met terugwerkende kracht gerealiseerd zou kunnen worden, dan dacht ik dat daarmee alle noodzakelijke gemeenschapshuizen, die in een dergelijke wijk no dig zijn, onmiddellijk verwezenlijkt zouden kunnen worden. Ik zou raag vernemen of ik hierin een juiste gedachtengang heb ontwik- eld. De heer BROOIMANS: Ik heb alleen maar een mededeling. Door mensen die het weten kunnen heb ik mij met betrekking tot het voorstel tot verhoging van de marktgelden laten vertellen, dat de organisaties van marktkooplieden geen bezwaar hebben tegen de voorgestelde verhoging en dat de marktgelden in Breda na de ver hoging niet hoger zullen komen te liggen dan het gemiddelde van de marktgelden elders. Mevrouw VAN NES: Ik wil nog graag een vraag aangaande de voorlichting stellen. De afgelopen jaren is mij herhaaldelijk geble ken, dat er bij de burgers telkens behoefte bestaat aan informatie over werkzaamheden op het gebied van openbare werken. Het zijn vaak inlichtingen over bestemmingsplannen, die gevraagd worden, of over bouwplannen waarover men bij geruchte iets heeft vernomen, doch waarover men graag iets meer zou willen weten. De afgelopen tijd was dit het geval met plannen voor bebouwing van het Maria- veld. Ons bereikte bijvoorbeeld een vraag over de bebouwing op het Planciusplein. Dit is dus een vraag betreffende artikel 14. Eerder bereikten mij al meer van dergelijke vragen. Het is dan moeilijk om op een vlotte manier aan informatie te komen, want het voor lichtingsbureau is daartoe niet helemaal uitgerust. Men kan daar wel globale informatie verkrijgen, maar toch niet een uitgebreide deskundige informatie. Het enige wat men dan eigenlijk nog kan doen is opbellen naar de afdeling openbare werken en proberen een ambtenaar aan de telefoon te krijgen om hem inlichtingen te vra gen. Ik moet u zeggen dat toch wel vervelend te vinden, omdat men dan toch de mensen stoort in hun werkzaamheden. Ik vind het eigenlijk nooit de juiste gang van zaken. Men kan dan wel aan de informatie komen, maar ik vind het om de aangegeven redenen vaak moeilijk, terwijl ik toch de burgers die daarom hebben gevraagd die informatie graag wil geven. Mijn concrete vraag is dus eigenlijk of u een mogelijkheid tot coördinatie ziet om tot betere en meer deskundige informatie te komen op het gebied van openbare werken. Dat zou misschien te verwezenlijken zijn via een bepaalde telefoon lijn bij openbare werken of via een betere stroomlijning tussen open bare werken en het voorlichtingsbureau.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 1577