3
■w
-
d. d.
i 6 HM 1972
^±1
3L
c!.d.
Hs'i
Beslissing:
...De-V-OGRZ-FT-TER
De" VOORZITTER:
pver openbare werken
■a-anvang arn~"Hpjp tiprv
26 NOVEMBER 1971
ïeropent de vergadering
KMIMcRwuOTmr
V Bussing:
y-U-A.i>-
om-lS^00~uwr-
£n mag..ik.jj._bü._d£-
preektijdplanning er in
ofettdflên _sle.cbl_uii=_
Hf maan
goed"
Ik heb begrepen dat n<
tan de orde is. Missch
atting zeggen, dat de
'Sómmige opzichten redelijk goed en in anden
ziet, wat men dan ook onder slecht wil verstijft
aan te doen nu even de stand van zaken mee te delen. De K. V. P,
heeft nog ongeveer 18 minuten, het P. A. K. nog 25, de V. V. D. nog
11, de Protestants Christelijke Fractie nog 18, mevrouw van Nes in
D'66 nog 6, mijnheer von Schmid nog 18. U heeft dan ongeveer
een beeld van de huidige situatie. Ik licht u maar niet in over de
situatie van B. en W.want dat is een kwestie die wij zelf zullen
moeten oplossen.
Wethouder VAN DUN: De fractie van de V. V. D. manifesteert
zich de laatste tijd als een toeleveringsbedrijf voor nieuwe raads-
afdelingen. Zij is enige tijd geleden initiatiefneemster geweest tot
het instellen van een raadsafaeling voor verkeers- en vervoerszaken.
Thans komt de heer Dees namens de fractie met een voorstel tot het
in het leven roepen van een raadsafdeling voor milieubeheer. Ik be
grijp de heer Dees niet helemaal. Mijns inziens is het milieubeheer
een zeer belangrijke zaak, die deze dagen bij elk hoofdstuk en elke
paragraaf aan ae orde is geweest. Ik heb alleen gezegd dat de coör
dinatie een zeer moeilijk punt is. Wanneer de heer Dees dan met be
trekking tot die coördinatie vergelijkingen gaat trekken met het hele
welzijnsbeleid, dan wil ik mijn collega Mans niets tekort doen maar
ik moet dan toch wel zeggen dat wij daarmee iets verder zijn. Daar
gaat men nü aan tafel zitten en wij zijn hiermee al lang bezig. Ik
ben echter evenals de heer Dees ervan overtuigd dat deze kwestie
zeer uitgebreid is, want wanneer wij alle diensten en bedrijven en
afdelingen binnen het gemeentelijk apparaat, die met de behartiging
van het welzijn bezig zijn bij elkaar telt, dan kunnen wij deze prak
tisch allemaal opnoemen. Binnen die club hebben wij met elkaar ge
sproken en daaruit komt een aantal voorstellen naar voren, die aan
raad en college zullen worden voorgelegd. Daaruit komt ook de nota
voort die in 1972 is toegezegd. Op dat moment weten wij de inven
tarisatie van alles wat er gebeurt op het gebied van milieubeheer en
tevens wat er moet gebeuren. Ik geloof daarom dat het op dit moment
prematuur is een dienst in het leven te willen roepen of een aantal
regelingen te willen treffen, waarin de hele context verpakt moet
worden. Ik zou dat echt graag laten afhangen -- de heer Dees heeft
mij van te voren gezegd, dat ik dit antwoord niet mag geven, maar
ik geef het hem toch -- van die inventarisatie van alles wat binnen
het ambtelijk apparaat blijkt en van de structurering daarvan. Als
ik de heer Dees goed heb begrepen dan somt hij twee alternatieven
op; enerzijds zouden wij een Dienst Milieubeheer in het leven kunnen
roepen -- maar ik geloof dat wij daaraan voorlopig niet moeten be
ginnen -- terwijl hij anderzijds een coördinatie van bevoegdheden
terzake van het milieu bij de wethouder van ruimtelijke ordening
als een alternatief beschouwt. Dit laatste is echter al het geval.
De hele coördinatie van het milieubeleid zit in de portefeuille van
de wethouder van ruimtelijke ordening. Er moet vervolgens nog blijken
of het ambtelijk apparaat volwaardig is ten aanzien van de hele aan
pak van het milieu. Ik weet niet welk takenpakket straks gaat blijken