26 NOVEMBER 1971
1586
dringend nodig had. Dergelijke onderzoeken zou men met wat goede
wil en terwille van de urgentie nu al kunnen aanvangen. Elk uitstel
vergroot de achterstand.
Resumerend is onze fractie dus van mening, dat de gemeenten
duidelijke taken hebben bij het welzijnsbeleid voor de sociaal en
cultureel benadeelden. Nodig is een systematische aanpak die -- zoals
ik al stelde -- zich niet beperkt tot het gebied van het onderwijs. Op
het terrein van het onderwijs moet de gemeente ons inziens bewust stre
ven naar de ontwikkeling van een eigen onderwijsbeleid, zowel in de
sfeer van de voorzieningen als in de sfeer van het scheppen van voor
waarden voor fundamentele veranderingen in de eigenlijke onderwijs
situatie. Terwille van de tijdnood moet ik andere belangrijke onder
wijszaken nu laten rusten. Over enkele zaken -- zoals het tekort aan
gymnastieklokalen -- kunnen wij echter in de nabije toekomst nog van
gedachten wisselen als het door u reeds tijdens de vorige begrotings
behandeling toegezegde rapport ons bereikt heeft.
De heer GIELEN: Onderwijs is in deze begrotingsbehandeling een
bijzonder belangrijk onderdeel. Dit blijkt wel uit het feit dat dit onder
werp in tien gedeelten uiteenvalt. Mijns inziens is deze begroting bij
zonder belangrijk, omdat ieder van ons en ieders gezin belang heeft
bij onderwijs. Iedere ouder begint zich namelijk al bij de wieg af te
vragen wat er van zijn kind terecht zal komen. Wanneer de kinderen
naar de kleuterschool gaan, beginnen de problemen al. Op de basis
scholen krijgen de kinderen te maken met lessen, waarin de basis
wordt gelegd voor het onderwijs bij het voortgezet onderricht en daarna
bij het beroepsonderwijs. Dit is de cyclus wanneer alles naar wens
zal verlopen.
Belangstelling voor het onderwijs blijkt vervolgens uit de protest-
aktie 1971, die aanstaande maandag wordt gehouden. Ook vanuit Breda
zal voor deelname daaraan vrij grote belangstelling bestaan. Vanaf
deze plaats zou ik overigens toch wel graag de mensen, die de aktie
hebben ondernomen, bijzonder willen bedanken voor hun moeite.
Het belang van onze studerende kinderen is voor ons allen groot.
Het gaat om hun toekomst en deze taak moet bijzonder zwaar wegen
voor dit college. In deze raad wordt vrij weinig gediscussieerd over
zaken, die betrekking hebben op het onderwijs. Men mag dus aan
nemen dat de wethouder het met zijn ambtenaren goed doet. Ik
twijfel er dan ook niet aan, dat praktisch alles gedaan wordt wat
maar gedaan kan worden. Toch heb ik de indruk dat wij te soepel
over bepaalde onderwijszaken heen lopen. Zij zijn namelijk te be
langrijk.
Vi a verschillende artikelen in onze wet wordt alles op gebied
van onderwijs geregeld. Toch wil ik vanaf deze plaats de wethouder
met zijn ambtenaren bedanken voor het vele werk dat zij hebben
verricht ten behoeve van het onderwijs in Breda, zowel voor studerende
jeugd als voor andere jongeren. Ondanks deze loftuitingen zijn er toch
wel enige opmerkingen ten aanzien Van de begroting. Met uw toe
stemming, mijnheer de voorzitter, zou ik graag alle punten die ik
hier heb genoteerd meteen afwerken in verband met de tijd, opdat
ik niet telkens op de afzonderlijke onderdelen behoef terug te ko
men.
De VOORZITTER: Betekent dit, dat u ook over andere hoofd
stukken gaat spreken, mijnheer Gielen?