26 NOVEMBER 1971
1596
Voldoende ondersteund zijnde maakt deze motie mede onderwerp van
beraadslaging uit.
De heer GIELEN: Ik ben blij dat de wethouder heeft toegezegd via
de katholieke diocesane schoolraad toch te zullen streven naar bespreking
van de vergoeding per leerling. Daarnaast zou ik de wethouder graag
een lijstje willen toespelen van de scholen, die geen vergoeding krij
gen voor het experiment. Hij weet dan welke scholen het zijn.
Verder had ik nog twee vraagjes naar aanleiding van het vraag-
en antwoordboek. Allereerst wilde ik in aansluiting op vraag 298 op
merken, dat het antwoord daarop onbevredigend is. Gevraagd werd
om een specificatie van gymnastieklokalen en -terreinen, doch niet
hoeveel aan de sportdienst en aan de diverse besturen voor gebruik
van lokalen en terreinen wordt betaald.
Bovendien had ik over vraag 303 nog een vraagje. Het antwoord
is voor ons namelijk erg onduidelijk, zeer zeker ten aanzien van de
kostendaling.
De heer DEES: Ten aanzien van de subsidie aan de stichting van
het pedagogisch centrum heeft de wethouder terecht gezegd, dat hij
verwacht, of althans de mogelijkheid open wil laten, dat de activi
teiten van het centrum geïntegreerd kunnen worden binnen de school
advies- en begeleidingsdienst. Ook heeft hij gesteld, dat de raad nog
een vinger in de pap heeft wanneer voor het volgende schooljaar -
dat in oktober 1972 aanvangt - wederom een voorstel tot subsidiëring
van het pedagogisch centrum aan de orde komt. Daartegen heb ik
echter toch wel bezwaar. Dan wordt dit centrum inderdaad op een
vrij abrupte manier met de neus op het feit gedrukt dat men mogelijk
voor het volgende jaar geen geld meer krijgt. Ik geloof daarom toch
dat het nuttig is, dat de raad een amendement voorgeschoteld krijgt
- en dit gaat mijns inziens niet in tegen de opvatting van de wethou
der - waarin enerzijds vermeld staat dat de stichting pedagogisch cen
trum volgend jaar geen recht meer heeft op een subsidie naar onze
mening, en anderzijds dat het daarvoor uitgetrokken geld beter aan
andere zaken, zoals het schooladvies- en begeleidingswerk, kan wor
den besteed. Het amendement is zo opgesteld, dat het pedagogisch
centrum in ieder geval voor het huidige schooljaar geen financiële
moeilijkheden zal krijgen. Het is een symbolische motie.
Hierna dient de heer DEES de volgende motie in:
"De raad van Breda, in vergadering bijeen voor de behandeling
van de begroting voor het dienstjaar 1972,
gehoord de discussie over het verlenen van een subsidie aan de stich
ting pedagogisch centrum
besluit:
de uitgavenpost onder volgnummer 30. 076 betreffende de stichting
pedagogisch centrum met één gulden te verminderen
en ten tweede de uitgavepost onder volgnummer 30. 090 betreffende
kwalitatieve begeleiding van het onderwijs met één gulden te verho
gen".
Voldoende ondersteund zijnde maakt deze motie mede onderwerp
van beraadslaging uit.