26 NOVEMBER 1971 1608 antwoord luidt dan, dat de subsidie per bezoeker of deelnemer aan het Zuidelijk Toneel 16, 86 bedraagt en voor de Stadsschouwburg 9,15. Mijn vraag is nu eigenlijk als volgt - en hij is mij gesteld en ik wist daarop ook geen antwoord als nu iemand in de Stadsschouw burg naar het Zuidelijk Toneel gaat kijken, wat kost het dan? Wordt dat dan inderdaad 27, -- of heeft dit geen relatie tot elkaar? De heer VAN BANNING: Ik wil heel kort zijn. Ik sluit mij aan bij de woorden van de heer Sandberg over de Europese Beweging. De heer SPANJER: Ik kan mij niet onttrekken aan de indruk, dat wij zo langzamerhand bij de Schouwburg in dezelfde situatie geraken als een aantal jaren geleden. Om nu precies uit de doeken te doen wat ik daarmee bedoel, moet ik u even meenemen naar de periode dat de Schouwburg nog geen gemeentelijk eigendom was, maar aan Concordia toebehoorde. De situatie was toen zo, dat men in feite lid moest zijn van Concordia om een voorstelling te bezoeken. Anders kon men ook nog bij hoge uitzondering terecht als er eens een plaats over was. Daarna kwam de periode waarin wij de schouwburg hebben overgenomen en wij zijn toen gestart met een bijzonder open beleid, waarbij wij afstapten van een dergelijke tactiek. Wij hebben inmiddels in 1967 een cultuurnota gekregen, waarin een en ander nog eens een keer bevestigd is. Als ik nu echter de situatie bij de schouwburg bekijk, dan hebben wij nu het systeem van de abonnementhouders. Als voor beeld waaruit blijkt dat wij weer in de oude toestand terechtkomen zal ik u het volgende vertellen. Een aantal weken geleden was er een voor stelling van vier avonden achter elkaar, waarvan drie avonden op abon nement en de vierde avond via een uitkoopvereniging, waarbij dan nog eventueel een beperkt aantal plaatsen te koop zou zijn. In de laatste week voor de voorstelling hing echter al vroegtijdig het bordje "uitver kocht" aan de deur. Mijn conclusie is dus, dat wij te weinig vrije voor stellingen hebben. Daarmee zitten wij in feite weer in dezelfde situatie als voorheen. De vroegere argumentatie tegen dat systeem van uitkoopver enigingen gaat ook nu nog op. Er zijn altijd mensen die te druk bezet zijn of die een oppas nodig hebben om naar de schouwburg te gaan. Zij kun nen daardoor niet een heel abonnement nemen en evenmin zich lang van te voren vast leggen op een groot aantal avonden, die zij vrij zul len moeten houden. Bovendien zijn er een heleboel mensen die een abonnement te duur vinden en die meer als een incidentele bezoeker beschouwd willen worden. Ik vind dat een open beleid ook wil zeggen, dat de schouwburg er voor eenieder moet zijn. Bovendien proberen wij meer mensen over de drempel te krijgen. Er wordt bij het woord schouw burg al gauw gezegd: Oh, dan moet je een heel abonnement nemen.' Dit lijkt toch wel verdacht veel op wat vroeger werd gezegd: Oh, dan moet je lid zijn van Concordia.' Tot slot zou ik willen concluderen, dat wij bezig zijn - alle goe de voornemens van de cultuurnota ten spijt - nu weer op de verkeerde weg te raken. De heer VAN OS: Ik weet niet of ik het red in twee minuten, maar kortheidshalve wil ik in elk geval beginnen de zwaartepunten uit de betogen van de heer Severens en mejuffrouw Paulussen te onderschrij ven, alsmede hetgeen de heer Kramer heeft gezegd ten aanzien van de toneelgroep Globe. Als ik dan op deze toer nog even mag doorgaan, wil ik aan het verhaal van de heer Spanjer nog de suggestie toevoegen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 1608