26 NOVEMBER 1971
1618
Breda lessen AMV gegeven in het muziekschoolgebouw aan de Cathari-
nastraat, in de Pax Christi-school in de Fatima-school, in de Clemens
Maria Hofbauer-school, in de Jan Ligthart-school, in het gemeenschaps
huis De Vlieren, in de Van Hoogendorp-school, in de lagere school
in de Olafstraat en in het gebouw Het Anker, Er is dus al een spreiding
van dat AMV op gang gekomen. Daarnaast ligt er het besluit van de
raad van 16 september van dit jaar - misschien is het toch wel goed dit
perspectief op te nemen, dat door mejuffrouw Paulussen al is genoemd -
waarbij de factor vakonderwijs gebracht is op 2, Dit geeft de mogelijk
heid om algemene vorming op scholen te realiseren. Voor de openbare
scholen is inmiddels een vakleerkracht aangesteld, die voorlopig on
geveer 18 uren verzorgt. Het lijkt inderdaad zinvol en zelfs erg belang
rijk om in overleg met de afdeling onderwijs en met culturele zaken
na te gaan om op grond van bovenstaande gegevens tot een uitbouw te
komen van het algemeen muzikaal vormend onderwijs in het basison
derwijs.
Vervolgens wil ik nog ingaan op een aantal andere zaken. De
heer Severens heeft gesproken over de 8 miljoen, het cultuurbeleid,
de beleidsombuiging en de integratie met jeugd en sport. Ik heb bij
de algemene beschouwingen in februari al gezegd, dat het een gelukki
ge omstandigheid is dat cultuur, jeugd en sport in één portefeuille ver
enigd zijn. Men weet dat wij bezig zijn met de integratie op het ge
bied van de beleidsadvisering. Daarover is afgelopen week nog een
klein persbericht verschenen. Vervolgens weet u waarschijnlijk ook
al, dat wij gezamenlijk stafbesprekingen houden met cultuur, jeugd
en sport eenmaal per veertien dagen en dat een aantal bestaande raak
vlakken onderzocht worden. Ook wees de heer Severens nog op de mo
gelijkheid gebruik te maken van de accommodaties, die aanwezig zijn
bij KMA, NWIT en HTS. Ik vind dit een leuke suggestie en wil graag
nagaan, welke mogelijkheden er zijn om inderdaad van die aanwezige
accommodaties gebruik te maken.
Mejuffrouw Paulussen heeft ook over het cultuurbeleid en de
muziekschool gesproken. Over de culturele raad zegt zij, dat deze nog
veel meer zou moeten zijn dan hij nu al is. Zij spreekt van een creatie
ve werkplaats inclusief een apparaat. Mijns inziens zijn wij nog niet
zo ver, dat de culturele raad reeds daarop uit is. U weet dat er een
reglement voor de raad bestaat. De culturele raad heeft de opdracht
en de taak om over eigen functioneren mee te denken en daarover te
rapporteren aan college en raad. De afbouw van de grote orkesten en
van het toneelbestel is naar mijn mening allereerst een zaak die lan
delijk speelt. Op de tweede plaats is het natuurlijk waar, dat deze raad
voldoende gelegenheid krijgt bij de eventuele hernieuwing van de over
eenkomsten, die zijn aangegaan bij het subsidiënten-overleg, uitvoe
rig daarop in te gaan.
De heer Kramer heeft ook een hele paragraaf gewijd aan het
cultuurbeleid en met name aan de creativiteitsbevordering. In mijn
algemene benadering is, naar ik hoop, naar voren gekomen, dat ook
die creativiteitsbevordering daarin een element is. Hij zegt dat die
cultuurpost rigoureus is gestegen. Ik vermoed nu dat de 70°}o, die in
het vraag- en antwoordboek vermeld staan, van zijn kant komt. Het
is echter niet 70°jo, doch 28"jo. Ik heb het nog eens goed nagerekend.
Ook de opmerkingen over het feit, dat er te veel voor te weinig men
sen gedaan wordt, en over een behoeftenonderzoek zijn mijns inziens
al in de algemene beschouwingen opgenomen. De heer Kramer is ver
der wat geïrriteerd over de zaak Globe. Zoals u in het vraag- en