26 NOVEMBER 1971
1620
_-~n onderzoek plaatsvindt naar de situatie bij de gezelschappen. Het
wordt uitg voerd door de adjunct-directeur van de muziekschool in
samenwerking met de heer Smeets van het bureau culturele zaken.
Dit moet uitmonden in een advies van een subcommissie van de cul
turele raad aan het college. Verder moet ik de heer Sandberg zeggen,
dat ik niets weet over de Europese Beweging en dat dit mijns inziens
thuishoort in de portefeuille van de burgemeester. Wellicht dat hij
daarover nog wat nadere informatie zal geven, evenals ten aanzien
vai de opmerking van de heer Van Banning hierover,
"Of Schouwburg en Zuidelijk Toneel samen inderdaad 27, --
subsidie vergen" is een vraag die ik moet bevestigen. Dat klopt.
De heer Spanjer heeft erg veel moeite met het huidige abonne
mentensysteem. Er zijn veel te weinig vrije voorstellingen volgens
hem. Hij moet zich echter wel realiseren, dat men bij het invoeren
van meer vrije voorstellingen in de schouwburg het risico veel groter
maakt en dat daardoor de kosten van de schouwburg wel eens onnodig
zouden kunnen stijgen. Van de kant van de heer Van Os komt de sug
gestie om couponboekjes te doen invoeren. Ik wil graag met de direc
teur nagaan of die methode misschien meer adequaat is als wij uitgaan
van de wensen die daarover door de heer Spanjer en de heer Van Os op
tafel zijn gelegd. Met betrekking tot het investeringsplan en de opmer
kingen van de heer Van Os daarover wil ik de bal terugspelen naar de
heer Broeders, die mij straks de peuterspeelzalen in de maag heeft ge
stopt. Als de voorzitter dat toestaat mag hij daarover iets vertellen.
Ook de heer Von Schmid heeft gesproken over cultuurbeleid en
zegt dat schouwburgen en orkesten eigenlijk iets anders zijn dan een
muziekschool. Hij benadert eigenlijk een beetje de door mij gegeven
kijk op deze zaak. Ik vond het eigenlijk wel leuk dat hij zei: "Toneel
moet er zijn". Men heeft een aantal uitingen in een stad, waarvan
theater er één is. Ik dacht dat dit wel aansluit bij hetgeen hij hierover
en over toneel zegt. Bij de muziekschool komt hij met een heel con
creet voorstel. Hij stelt vóór deze stedelijke muziekschool maar om
te zetten in een particuliere stichting, die AMV voorlopig als taak te
geven aan die particuliere stichting en het individuele onderwijs op
het profijtbeginsel te baseren. Ten aanzien van AMV en het individuele
onderwijs zijn twee duidelijke uitspraken gedaan. Ik moet zeggen, dat
ik op dit moment niet goed kan beoordelen welke voordelen er verbon
den zouden zijn aan een particuliere stichting boven de stedelijke mu
ziekschool zoals die nu opereert. Ik begrijp van u, dat men dan toch
ook een stichting zou moeten subsidiëren. Dit kost dus ook geld. Het
enige dat misschien wat goedkoper zou kunnen zijn - en dat kwam er
pas op het allerlaatste moment uit - zijn de leerkrachten. Zij moeten
dan maar elders een baan zoeken en een neventaak bij de stichting
blijven vervullen. U moet mij niet euvel duiden, maar het is mijns
inziens zeer moeilijk nu ineens te beoordelen of dit de mogelijkheid
is, die de oplossing van de problematiek inhoudt.
De heer VON SCHMID: Dit gold wel speciaal de nieuwe leer
krachten, want ik heb ook gezegd dat natuurlijk voor de leerkrachten,
die er nu zijn de verkregen rechten uiteraard veilig gesteld moeten
zijn. Dat moet natuurlijk voorop staan, als wij in die richting gaan
werken.
Wethouder MANS: De heer Froger spreekt ook even over de mu
ziekschool en zegt dan, dat wij in Nederland 17 orkesten en 3 radio-