26 NOVEMBER 1971
1632
nieuwe schooljaar 1972-1973 aan de raad te doen toekomen en gaat
over tot de orde van de dag.
Dat is de inhoud van de motie. De financiële consequenties zijn naar
mijn mening niet geheel en al te overzien. Zal ik deze motie in stem
ming brengen, of wil men hierover nog iets verklaren?
De heer SEVERENS: Mag ik misschien vijf minuten schorsing
vragen voor onderling beraad?
De VOORZITTER: Gaat het dan van uw spreektijd af, mijnheer
Severe ns?
De heer SEVERENS: Akkoord.'
De VOORZITTER: Dat moet ik toestaan. Ik schors de vergadering.
De VOORZITTER: Dames en heren. Er zijn meer dan vijf minu
ten verstreken en ik heropen de vergadering. Van de kant van het col
lege bestaat behoefte nog nadere toelichting te geven.
Wethouder MANS: Ik weet niet of het de bedoeling is, dat ik
nadere toelichting geef. Ik heb echter begrepen, dat er na de toezeg
ging van de kant van het college - en die geef ik nu - dat de hele
problematiek binnen nu en drie maanden opnieuw zal worden bekeken in
overleg met de afdeling voor culturele zaken, geen behoefte meer is de
motie in te dienen en dat daarmee de motie van tafel geveegd is.
De VOORZITTER: Ik vond het wel belangrijk, dat van de kant van
het college eerst deze toezegging werd gedaan. Dat leek mij correct.
Mag ik vragen of naar aanleiding daarvan door de eerste ondertekenaar
van de motie nog een mededeling kan worden gedaan?
De heer SEVERENS: Ik dacht dat daarmee tegemoet gekomen werd
aan het verlangen van de ondertekenaars van deze motie, zodat daar
mee deze motie is teruggetrokken.
De VOORZITTER: De eerste twee moties zijn overgenomen door
het college en de derde motie is ingetrokken; geen van deze drie mo
ties maakt dus nog onderdeel van beraadslaging uit.
Hierna wordt HOOFDSTUK VIII in zijn geheel aan de orde gesteld
en ongewijzigd vastgesteld.
6 S. HOOFDSTUK IX, SOCIALE ZORG EN MAATSCHAPPELIJK WERK.
Hierna wordt dit hoofdstuk zonder nadere beraadslaging en zon
der hoofdelijke stemming ongewijzigd vastgesteld.
HOOFDSTUK X, ECONOMISCHE AANGELEGENHEDEN.
De heer VAN BANNING: Ik heb al tijdens de hele begrotingsde
batten bijna mijn mond niet meer durven opendoen, omdat ik bij
hoofdstuk X iets wilde zeggen. U kunt zich dus mijn schrik voorstellen
toen u vertelde hoeveel tijd wij nog te goed hadden. Nu ik eindelijk