161 11 FFBRUARI 1971 standpunt onderschrijft van de staatssecretaris dat wij meer moeten overgaan tot het bouwen van bejaardenwoningen, het zo lang moge lijk zelfstandig laten van de mensen en het treffen van voorzie ningen die daartoe mogelijkheden bieden. Ik kan daar met "ja" op antwoorden, ook het college is van mening dat men de mensen zo lang mogelijk in hun eigen omgeving en in hun eigen huis moet laten wonen en dat er voorzieningen moeten worden getroffen ze zo lang mogelijk in hun eigen woning te laten blijven. Dat neemt echter niet weg dat er toch bejaardentehuizen zullen moeten worden gebouwd, zij het misschien iets minder. Wij hebben daarover bar weinig te zeggen. Ik kan bijvoorbeeld zeggen dat in de provincie Noord-Brabant 1750 bedden in bejaardentehuizen zijn aangevraagd voor 1971, terwijl Noord-Brabant een contingent van 350 bedden ter verdeling heeft gekregen. Wanneer er dus instanties zijn die er in slagen in Breda bejaardentehuizen te bouwen, dan staan wij daar positief tegenover. De heer van der Werff vraagt zich af waarom de wethouder spreekt over het Limburg van 70 jaar geleden. Ik heb 65 jaar gezegd, maar de heer van der Werff kan blijkbaar toch niet nalaten de zaken wat meer historisch cachet te geven dan nodig is. Het zal duidelijk zijn dat mijn bedoeling was te zeggen dat men in Limburg al 65 jaar met deze problematiek bekend is. Wanneer men oplossingen zoekt voor een probleem is het duidelijk dat men gaat kijken daar waar men die oplossingen gevonden heeft. Ook in deze tijd weet men in Limburg een oplossing voor dit probleem. Hij heeft verder gezegd dat het probleem niet ligt bij de grote werkgevers die de buitenlandse werknemers introduceren, maar bij de volgende werkgevers na verandering van werkkring. Ik ben van mening dat het probleem meer is dat er een waterdichte regeling ont breekt; ook de grote werkgevers die buitenlanders introduceren zijn niet verplicht voor huisvesting te zorgen. De regeling bepaalt alleen dat men, wanneer men buitenlanders werft, moet kunnen aantonen dat de huisvesting verzekerd is. Vanaf het moment echter dat de buitenlanders Nederland binnenkomen zijn zij vrij om te gaan en te staan waar zij willen, dat kan dus al daags na aankomst zijn. De stichting huisvesting was aanvankelijk juist bedoeld om al die verschillende kleine aantallen op te vangen. Men zal zich kunnen voorstellen dat een grote werkgever, die een groot aantal buiten landers in Nederland introduceert en dus moet aantonen dat hij voor huisvesting heeft gezorgd, een oplossing voor dit probleem heeft ge vonden. Juist echter omdat kleine werkgevers en ook veel grote be drijven met kleine aantallen buitenlanders -- die zijn er ook -- deze problematiek niet adequaat kunnen oplossen, is de stichting huisves ting in het leven geroepen om al die kleine aantallen te poolen. De heer Froger vraagt hoe de wethouder denkt alle bestaande pensions onder de regeling te kunnen doen vallen. De regeling moet nog komen, dus is beantwoording van deze vraag misschien een beetje prematuur, maar wij hebben er natuurlijk wel over gedacht hoe het moet. Aangenomen dat de regeling komt zoals die op het ogenblik in concept klaarligt, zal er natuurlijk gecontroleerd moeten worden in de bestaande pensions. Ik ben mij ervan bewust dat er in een aantal pensions veranderingen zullen moeten worden aangebracht en het is duidelijk dat wij bereid zijn de tijd te geven om die veran deringen te realiseren. Daar zal overleg over gepleegd moeten worden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 161