1639 26 NOVEMBER 1971 Tegen de heer Van Overveldt wil ik zeggen: 1972. Hierna wordt hoofdstuk X zonder hoofdelijke stemming ongewij zigd vastgesteld. HOOFDSTUK XI: DEKKINGSMIDDELEN VAN ALGEMENE AARD. HOOFDSTUK XII: KASVOORZIENINGEN. Hierna worden deze hoofdstukken zonder nadere beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming ongewijzigd vastgesteld. HOOFDSTUK XIII: INKOMSTEN EN UITGAVEN DIE NIET VALLEN ONDER VORIGE HOOFDSTUKKEN. De heer ROOZEBOOM: Om nog enige aandacht te trekken zal ik mijn betoog enigszins ludiek moeten brengen. Ik wil dit hoofdstuk be handelen onder het motto: de hoge hoed en de mythe. Als men bij dit hoofdstuk is aanbeland, is men lichtelijk vermoeid of duf en ik moet in het midden laten of men wel alles heeft begrepen. Boven hoofdstuk XIII leest men dan ineens: inkomsten en uitgaven, die niet vallen onder vorige hoofdstukken. In het bedrijfsleven denk je dan, dat daaronder zoiets valt als diverse baten en lasten ofwel enkele on belangrijke dingen. In dit verband dacht ik dus, toen ik het voor de eerste keer las, dat hier de kosten van koffie en thee en dergelijke zouden worden vermeld. Wie schetst nu mijn verbazing toen ik het goed bekeek? Hier wordt namelijk de begroting sluitend gemaakt en het is een verzameling van ingenieuze financieel-economische ingre pen door wethouder Broeders en zijn financiële deskundigen. Daarom zou ik hierbij die hoge hoed willen betrekken. Ik ben vóór een slui tende begroting en daarom heb ik in het algemeen geen bezwaar tegen deze ingenieuze ingrepen. Toch staan er merkwaardige dingen in. Onze fractievoorzitter heeft al gewezen op het feit, dat wij vijf ton aan rente rijker worden, doordat goedgekeurde investeringen wegens geldgebrek niet uitgevoerd kunnen worden. Ik moet dan zeggen dat het wel paradoxaal klinkt, doch dat wij hier rijk worden van onze eigen armoede. Wij moe ten dan wel oppassen niet te worden als die groenteboer, die zei: ik houd zoveel haver over want mijn paard is dood en het eet dus niet meer. Nu wil ik het even hebben over vraag 363 over de personeelsuitbrei dingen. Dan volgt nu de mythe. Daarover zou ik namelijk het volgende willen signaleren, In allerlei gesprekken en in allerlei nota's en rappor ten wordt op diverse pagina's vaak de suggestie naar voren gebracht - sommigen geloven daarin - dat bij de gemeente Breda reeds lange tijd sprake is van een personeelsstop. Ik wil even zeggen dat op grond van deze methode van ramen - waarbij u in 1970 een stelpost had van 800. 000, --op halfjaarlijkse basis en die u het volgend jaar automa tisch opneemt voor 1,6 miljoen gulden, het jaar daarop voor 200. 000, - en het daaropvolgende jaar weer voor 400. 000,in deze begroting nu weer voor 300. 000, -- vermeld staat. Met die stelpost op halfjaar basis rekent u immers in dat jaar met de stelling, dat gemiddeld drie mensen per half jaar binnenkomen. Als ik dit alles optel dan komt die gesuggereerde personeelsstop of die krapte erop neer, dat over drie jaar gerekend in deze begroting middels deze stelpost een ruimte ge schapen is voor 130 extra ambtenaren. Dit dus ten aanzien van de mythe,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 1639