1640 26 NOVEMBER 1971 die ik wilde ontzenuwen. Ik moet wel zeggen, dat ik over het algemeen niet zonder meer concrete bezwaren heb tegen deze uitbreidingen. Ik vind alleen de techniek waarmee wordt begroot wat merkwaardig, U zet namelijk aan de creditkant die stelpost, waarmee u ruimte claimt om uit te breiden, terwijl u vervolgens zegt een heleboel goedgekeurde vacatures te heb ben en alle ambtenaren gaat begroten, U zegt dan een heleboel sala ris over te houden, omdat een heleboel amtenaren - die wij wel moe ten hebben en goedgekeurd zijn - er nog niet zijn. Dit levert dan weer een inkomstenpost op van een half miljoen. Hierover wilde ik alleen maar het volgende zeggen. Kan het ook niet op de gewone manier worden begroot? Dan kan men het wat beter doorzien. Het is naar mijn idee een normale methode te stellen welke taken er zijn, hoeveel mensen ervoor nodig zijn, waarbij vervolgens wordt vastgesteld dat men een toeslag moet hebben voor ziekte, vakantie en verloop. Daaruit wordt dan de bezetting berekend. In dat verband vraag ik aan wethouder De Raaff het volgende: wilt u op de eerste plaats duidelijk erkennen, dat er bij de gemeente geen sprake is van een personeelsstop. Misschien is er alleen een iets krapper beleid terzake. Als het kan zou ik graag nu of in een later stadium ook iets willen horen over deze uitbreidingen en waarvoor zij dienen. Wanneer dat urgente zaken zijn - zoals extra beambten voor de behandeling van woningnoodkwesties en opheffen van de woningnood - dan heb ik daarmee geen enkele moeite. Mijn derde vraag betreft een verzoek of u zich eens wilt beraden op de methodiek, die u volgt bij het ramen van personeelsbezettingen, uitbreidingen enzovoort. Wethouder DE RAAFF: De heer Roozeboom heeft eigenlijk twee dingen tegelijkertijd gezegd. Nu vind ik het wel beroerd dat hij de hoge hoed aan wethouder Broeders en de zijnen toedenkt en de mythe aan mij. Ik gun die hoge hoed overigens graag aan wethouder Broeders, Dat zou dan betekenen, dat men toch eigenlijk op sommige dingen nooit antwoord moet geven. De mythe die dan ontzenuwd moet worden - en de heer Roozeboom heeft dat eigenlijk al gedaan - is inderdaad een mythe. Ik geloof dat het woord betekent dat het niet waar is. Het is dus beslist waar, dat er geen personeelsstop bestaat bij de gemeente Breda. Juist dat getal van 800, 000, dat uitgegroeid is tot 1,6 miljoen vanaf 1970, is echter aanleiding geweest ons te bezinnen of die groei wel voortgang kon vinden. Daardoor hebben wij inderdaad een krapper beleid en personeelsbeperking van de genoemde grootte van 200. 000 en 300. 000, De heer ROOZEBOOM: U hebt volgend jaar ruimte voor 30 nieuwe aanstellingen. Wethouder DE RAAFF: Dat zal ongeveer zo zijn, ja. Het klopt inderdaad dat ik nog 30 mensen kan aanstellen. Ik heb mijns inziens duidelijk herkend waar de heer Roozeboom naar gevraagd heeft. Hij zou graag in een later stadium vernemen, waar deze uitbreidingen toe dienen. Ik kan hem dat wel toezeggen. Met de methodiek van het ramen kom ik naar mijn mening op het terrein van wethouder Broeders en ik geloof wel dat wij die willen bekijken.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 1640