1641
26 NOVEMBER 1971
De VOORZITTER: Wil de heer Broeders nog iets zeggen over de
begrotingsvoorschriften"
Wethouder BROEDERS: Ik weet niet of ik het allemaal gevolgd
heb. Mijn opnemingsvermogen is ook duidelijk aan het eind. Die
stelpost betekent, dat wij uit alle begrotingen eerst de personeelsuit
breidingen verwijderd hebben - dan hebben wij dus de oude situatie -
terwijl wij vervolgens de ruimte daarvoor hebben gecreëerd omdat wij
niet per bedrijf, functie etc. konden nagaan waar de meeste urgenties
lagen. Hiermede hebben wij de mogelijkheid gezocht de urgente ge
vallen te kunnen leiden naar die dienst, bedrijf of afdeling, waar de
ze nodig zijn. Dan komt men voor de volgende jaren gewoon in de
bedrijfsbegroting, secretarie-afdelingen etc. terug.
De stelpost correctie raming personeelskosten is eigenlijk opge
voerd omdat daarmee het personeelsbestand gewoon vastligt. Men kan niet
zeggen waar het achterblijft of, verdeeld over de hele begroting in alle
diensten en onderdelen, ramen waar bepaalde onbezette stoelen zijn
in verband met vacatures. Bij verloop van personeel en nieuwe aanstel
lingen zit daartussen namelijk altijd enige ruimte. Iedereen kent zijn
personeelsformatie en kan daarnaar handelen, maar de ervaring leert
dat in zo'n groot bedrijf een aantal onderbezettingen voorkomt. Wij
namen die in één keer op, omdat wij het per hoofdstuk en bedrijfsbe
groting niet helemaal kunnen overzien.
De VOORZITTER: De heer Roozeboom moet maar niet meer spreken,
is het wel?
De heer ROOZEBOOM: Eén korte opmerking toch nog, mijnheer
de voorzitter. In de afdelingsbegrotingen zitten wel twaalf uitbreidin
gen, maar ik heb ze nagekeken en ben het daarmee eens en maak dan
ook geen bezwaren.
De VOORZITTER: Dat is erg fijn. Dat was dan hoofdstuk XIII
met wat.
Hierna wordt hoofdstuk XIII zonder hoofdelijke stemming onge
wijzigd vastgesteld.
6 x. HOOFDSTUK XIV: VERREKENINGEN.
Hierna wordt dit hoofdstuk zonder nadere beraadslaging en zonder
hoofdelijke stemming ongewijzigd vastgesteld.
5. O. ENERGIE- EN WATERBEDRIJF.
De heer CRUL: Sinds 18 februari tot en met vandaag heb ik vijf
maal dezelfde vraag gesteld en daarop vijf verschillende antwoorden
gekregen, namelijk de bedragen: 250. 000, --, 300. 000,
100. 000, 500. 000, -- en 326. 000, --. Dat begrijp ik niet
en daarom kom ik hierop terug, doch wellicht eerst bij de nieuwe wet
houder. Wel wil ik nog uitdrukkelijk stellen dat ik gisterenavond het
college ter verantwoording heb geroepen en dat het ambtenarencorps
op geen enkele wijze in het geding is geweest.
Hierna wordt de begroting van het energie- en waterbedrijf zon
der hoofdelijke stemming ongewijzigd vastgesteld.