1659 16 DECEMBER 1971 Veemarktstraat 68 en 74, in te trekken". De motie is ondertekend door mevrouw Van Nes, de heren Froger, Von Schmid en Koertshuis en mejuffrouw Paulussen. Voldoende ondersteund zijnde maakt de motie van mevrouw Van Nes onderwerp van de beraadslaging uit. De heer GEENE: Ik kan wel begrijpen dat de wethouder destijds die vergissing heeft gemaakt. De monumentenkwestie is zeer moeilijk, zeker voor niet-ingewijden. Wethouder Van Dun verving in de betref fende vergadering de wethouder tot wiens portefeuille deze zaken be horen en dat deze informatie door hem is verstrekt wil ik hem niet al te kwalijk nemen. Ik ben het echter wel eens met mevrouw Van Nes dat het natuurlijk niet is uitgesloten dat de beslissing van de raad op grond van de verkeerde informatie anders is uitgevallen dan wij uiter aard hadden verwacht. Vandaar dat ik van mening ben de motie van mevrouw Van Nes te moeten steunen. De heer SANDBERG: Ik kan mij aansluiten bij de woorden van de heer Geene; het is volkomen begrijpelijk dat de wethouder een vergissing heeft gemaakt. Anderzijds zal het college er m. i. begrip voor moeten hebben dat de raad deze aangelegenheid nog eens opnieuw op haar merites wil bekijken. Ook onze fractie zal de motie steunen. De heer CRUL: De wethouder is wat dieper ingegaan op de be stemming van de Vlaszak en ik ben het met mevrouw Van Nes eens dat haar interpellatie daarop helemaal geen betrekking had. Het was niet haar bedoeling over het slopen van deze panden te spreken en dat is m. i. ook terecht. Het gaat om de door de wethouder verstrekte infor matie, welke informatie - dat bleek toen uit de debatten - gewoon nodig was om tot een goede besluitvorming te kunnen komen, want het stuk bevatte niet voldoende gegevens. Ik vind het een beetje ei genaardig dat de wethouder heeft gezegd dat hij zich heeft versproken; er waren nogal indringende vragen gesteld over het punt of de panden op de momumentenlijst stonden dan wel of het alleen om het straten plan ging. Ik heb voor het voorstel gestemd op grond van de door de wethouder verstrekte informatie. Met de motie van mevrouw Van Nes behoeven wij m. i. niet zoveel moeite te hebben, want het heeft toch niet zulke geweldige consequenties om deze panden bij de andere panden te voegen. Naar ik uit het stuk heb begrepen is het immers de bedoeling van het colle ge per pand te gaan bekijken of tegen het plaatsen op de monumenten lijst in beroep moet worden gegaan. Wanneer zij dus bij de andere panden worden gezet blijft die mogelijkheid open en zullen wij, wan neer het individuele voorstel voor deze twee panden aan de orde wordt gesteld, met alle informatie waarover wij dan de beschikking hebben opnieuw een goed besluit kunnen nemen. De heer VON SCHMID: Ook ons gaat het erom dat op grond van abusievelijke uitlatingen een besluit is genomen en wij zijn van me ning dat de raad de gelegenheid moet hebben om, nadat deze feiten zijn opgehelderd, alsnog een uitspraak te doen. Dat is ook de reden dat wij de motie van mevrouw Van Nes mede hebben ondertekend.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 1659