1662
16 DECEMBER 1971
In de tweede plaats zou ik de vraag willen stellen of sloopvergunningen
door de raad moeten worden verleend dan wel of deze bevoegdheid aan
het college is gedelegeerd.
De heer VON SCHMID: Ik ben van mening dat hier toch ook een
wat principiële kwestie aan de orde is; het staat toch vast dat op grond
van verkeerde informaties een besluit van de raad is genomen. Dit is
m. i. eigenlijk de zin van de motie. Wij spreken daarin bovendien
uit - mevrouw Van Nes heeft wat dat betreft gelijk - dat het dan de
taak van het college is te bevoegder instantie duidelijk te maken dat
het besluit, dat de Kroon bereikt, op verkeerde gronden is genomen.
Nieuwe voorstellen kunnen natuurlijk heel belangrijk zijn, maar zul
len pas reliëf krijgen tegen de achtergrond van de motie en in verband
hiermee lijkt het mij toch wel goed de motie vanavond in stemming
te brengen.
Mevrouw WILLEMS-VAN DOORN: Ik wil graag de woorden van
de heer Von Schmid onderstrepen.
De heer SANDBERG: Ook wij hebben op het ogenblik een beetje
moeite met het al of niet aanvaarden van de motie, die waarschijn
lijk zonder gevolgen zou kunnen zijn omdat een rechtsgeldig besluit
daardoor niet kan worden teniet gedaan. Desondanks blijven wij de
motie steunen, maar wij vragen ons af of wij dan niet met een uit
spraak zitten die wettelijk niet mogelijk is. Anderzijds zullen wij,
wanneer de motie niet wordt aangenomen, in een situatie komen
die ook niet kan. Zou het college niet kunnen voorstellen de motie
een maand aan te houden? Dan zijn wij m.i. uit alle problemen.
De VOORZITTER: Die vraag is zojuist ook door de heer Van Loon
gesteld. Ik zou daarvan dan minstens twee maanden willen maken om
de raad in de gelegenheid te stellen zich volledig uit te spreken over
de panden Veemarktstraat 68 en 74 naar aanleiding van het voorstel,
dat ik u heb gedaan. Dan kunt u afwachten wat van de zijde van het
college zal worden voorgesteld. Kunt u daarmee instemmen9
De heer JANSEN: Ik ben van mening dat je te allen tijde een
principiële uitspraak kunt doen en dat dit niets met wettig of onwettig
heeft te maken. Ik zou nog de vraag willen stellen welke de rechts-
termijn is van het aantekenen van beroep. Wanneer wij met de verdere
behandeling twee maanden wachten zou die termijn wel eens verlopen
kunnen zijn en dan heeft het geen zin meer.
De heer KROON: Naar mijn mening gaat de strekking van het
voorstel van burgemeester en wethouders zelfs verder dan de motie.
Ik heb al gezegd dat ik geen behoefte aan de motie heb, omdat ik
niet door verkeerde informatie tot mijn besluit ben gekomen. Het
aannemen van de motie lijkt mij staatsrechtelijk gezien een monstrum.
Het college zal met nieuwe voorstellen komen en ik sta daarom volle
dig achter uw voorstel.
De VOORZITTER: Dames en heren. Zouden wij elkaar op dit
punt toch niet kunnen vinden? Wij kennen nu het karakter van de mo
tie en ik geloof dat met de toezegging, dat het college op een termijn
van twee maanden bij de raad zal terugkomen met nadere voorstellen