1667 16 DECEMBER 1971 tot 1975, voor de kosten van het hoogspoor. Ik ben mij ervan bewust dat ik geen afgeronde informatie heb kunnen verstrekken, maar ik heb m. i. antwoord gegeven op de vraag welke informatie het college omtrent deze aangelegenheid heeft ont vangen en wat de raad bekend was zonder het bewuste kranteartikel. Wat weet het college meer? Het college is ervan op de hoogte dat er op het ogenblik een begroting ligt tot een bedrag van 58. 510. 000, - over welke begroting een intensief overleg plaatsvindt tussen de bege leidingscommissie en de Nederlandse Spoorwegen. Voorts wordt op het ogenblik binnen het ambtelijk apparaat op een deugdelijke ma nier gewerkt aan een raadsvoorstel en zal de raad in februari over de consequenties van dit bedrag en over de financiële verwerking door de gemeente nader worden geïnformeerd. Ik wil het in eerste instantie hierbij laten. De heer CRUL: Het doet mij plezier dat duidelijk is gebleken dat er tussen het college en de Nederlandse Spoorwegen een behoor lijk aantal contacten is geweest en dat de persberichten daaromtrent dus niet juist zijn. De informatie aan de raad is echter toch wel zeer sum mier geweest en naar mijn mening zouden de informaties, die de wet houder in de eerste plaats heeft genoemd, ook naar de raad en in ieder geval naar de afdeling kunnen zijn doorgespeeld. Het bestaan van de door de wethouder genoemde begeleidings commissie was mij niet bekend. Ik zou nog de suggestie willen doen om, wanneer de begeleidingscommissie blijft functioneren, de raad via de afdeling daarin op te nemen, opdat wij vanaf dit punt tot de behandeling van deze aangelegenheid in de raadsvergadering van fe bruari de juiste informatie kunnen krijgen. De heer SANDBERG: Ik zou niet meer willen ingaan op het onder werp als zodanig, maar ik wil nog wel iets zeggen over de algemene procedure. Enige tijd geleden heb ik naar aanleiding van een krante- bericht over de voorgenomen verkoop van de Witte Wijngaard een vraag gesteld. De raad heeft hiervoor destijds een voorbereidingskrediet vast gesteld en wij hebben toen uit de pers moeten vernemen dat kennelijk het voornemen bestond de Witte Wijngaard te verkopen. In onze fractie be gint zo langzamerhand een grote mate van geïrriteerdheid te ontstaan. Wij worden overstelpt met pakken papier over vaak allerlei futiliteiten, maar miljoenenverliezen moeten wij kennelijk uit de krant vernemen. Wij hebben er evenals de heer Crül behoefte aan te vernemen waaraan wij toe zijn. Alle informatie met cijfers over het hoogspoorplan, waar over wij nu beschikken, is tot dusverre onder journalistieke verantwoor delijkheid tot ons gekomen. Wij zouden nu graag vernemen wat er eigen lijk uit die journalistieke duim is gekomen, welke informatie het colle ge op enigerlei wijze aan de pers heeft doorgegeven en ons heeft ont houden. De nu door wethouder Van Dun gegeven cijfers acht ik in fei te helemaal geen informatie. Wij hebben dit niet kunnen opschrijven en zij zijn niet te controleren en te vergelijken; wij krijgen een stort vloed van cijfers over ons heen en daarmee is het afgelopen. Een der gelijke handelwijze irriteert ons - ik spreek wat dat betreft namens mijn gehele fractie -, omdat deze handelwijze blijkbaar tot een soort procedure wordt verheven, getuige ook het artikel in De Stem van he denmorgen over de verliezen bij de wijkverwarming. Daarmee zal een bedrag van vele miljoenen zijn gemoeid, waarvan de raad officieel

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 1667