1668 16 DECEMBER 1971 nog niets bekend is. Wij worden min of meer verplicht een abonnement op De Stem te nemen, omdat wij anders niet kunnen bijblijven. Ik ben van mening dat de raad over dergelijke essentiële zaken voortijdiger moet worden ingelicht. De wethouder heeft gezegd dat het college niet over voldoende informatie beschikt om de hele situatie uit de doeken te doen. Er zijn wel wat cijfers bekend, maar die zijn dermate onvolledig en onbetrouw baar dat met publicatie daarvan nog maar even moet worden gewacht. Toch is op enigerlei wijze een aantal gegevens naar de pers toe gegaan. Wat dat betreft een pluim op de hoed van de vrije nieuwsgaring, maar ik acht het toch bedenkelijk dat wij als raadsleden daarover geen en kel officieel bericht hebben ontvangen. De informatie in de pers is niet volledig, heeft de wethouder ge zegd. Ik moet het dan uitermate betreuren dat de bewoners van Breda hierdoor een verkeerde mening zouden kunnen vormen. De irritatie ontstaat niet alleen bij raadsleden, dat is ook het geval bij Statenleden en wellicht bij Kamerleden. Waarom heeft de wethouder nu geconsta teerd dat deze informatie niet juist is geweest? Ik zou het prettiger heb ben gevonden wanneer de wethouder dat meteen middels een officieel perscommuniqué had gecorrigeerd. Ik heb er begrip voor dat hij niet op elk verkeerd bericht in de krant een perscommuniqué kan laten ver schijnen, maar wanneer het gaat om belangrijke zaken als een bedrag van 20 miljoen voor het hoogspoorplan en straks misschien een verlies van drie, vier of vijf miljoen gulden op de wijkverwarming, dan ben ik van mening dat berichten hieromtrent heel goed officieel bevestigd of ont kend kunnen worden. Ik heb al gezegd dat wij op dit moment nauwelijks over enige betrouwbare informatie beschikken. Ik heb de nu genoemde cijfers niet opgeschreven en wij zullen de notulen van deze vergadering moe ten afwachten om dat te kunnen nalezen. Er is in ieder geval een aan tal cijfers bekend, zij het met alle beperkingen van onderhandse aan biedingen en voorlopige ramingen, enz. Ik zou het bijzonder prettig hebben gevonden wanneer het college middels een perscommuniqué de raad had geïnformeerd over een raming, een trend. Ik zou tenslotte de vraag willenstellen of het bedrag van 58 miljoen, dat de wethouder heeft genoemd, al bekend was voordat het antwoord werd gegeven op de betreffende vraag bij de begrotingsbehan deling. Wanneer dat wel het geval was geweest zouden wij op dat mo ment al een stuk wijzer zijn geweest en zou de verontrustende informa tie niet in de krant hebben behoeven te verschijnen, althans niet zo'n opzien hebben gebaard. De heer VAN LOON: De heer Sandberg kan zelfs over een onbe langrijke zaak een lang betoog houden. Ik ben het met de teneur daar van wel ongeveer eens, maar ik zal het wat korter houden. Het is dui delijk dat wij verstoken zijn gebleven van een stuk informatie. Wij betreuren dat met de heer Crul en wij zijn van mening dat wij deze in formatie sneller hadden moeten krijgen. De kostenstijging, waarover wij in februari uitvoerig zullen wor den ingelicht, is uiteraard verontrustend, maar wanneer wij er rekening mee houden dat de oorspronkelijke kostenraming dateert van 1962 is een geraamd bedrag van 58 miljoen gulden in die verhoudingen m.i. waar schijnlijk alleszins acceptabel. Het punt, dat m.i. ook na de verstrekte gegevens door de wethou der toch wel de nodige aandacht moet hebben, blijft de informatie aan

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 1668