1675
16 DECEMBER 1971
spreken»
De VOORZITTER: Wij hebben tijd genoeg, ik wil de termijn
wel schorsen, maar
De heer VON SCHMID: Ik bedoel geen schorsing van de vergade
ring, maar het is alleen mijn bedoeling dat mijn eerste termijn na de
verklaring van het college kan worden voortgezet.
De VOORZITTER: Ik wil u erop wijzen dat het mij op dit moment
gaat om de vraag of al dan niet toepassing moet worden gegeven aan
artikel 17 van het reglement van orde. De raad moet zich dus uitspre-
Ken over de vraag of deze kwestie voldoende urgent is om nu aan de
orde te stellen.
De heer BIEMANS: In de vorige raadsvergadering is m.i. duide
lijk afgesproken dat, toen het college het voorstel terugnam omdat de
heer Froger zogenaamd een alternatief voorstel had.
De heer VON SCHMID: Waarom "zogenaamd"?
De heer BIEMANS: De raadsleden hebben geen kennis kunnen
nemen van het alternatieve voorstel van de heer Froger en het college
moet m.i. zijn belofte gestand doen en bereid zijn deze zaak vanavond
definitief in behandeling te nemen.
De heer GOOS: U zult begrijpen dat ik mij volledig bij de woor
den van de heer Biemans kan aansluiten. Het heeft mij de vorige keer al
gespeten dat het voorstel niet verder werd behandeld en ik ben er een
voorstander van er nu zo vlug mogelijk werk van te maken.
De heer VAN LOON: Ik vraag mij af of hier wel een voorstel aan
de orde is, vreemd aan de orde van de dag. Het is tijdig ingediend en
behelst het verzoek van enige raadsleden een voorstel, dat in de vorige
raadsvergadering is aangehouden, opnieuw aan de orde te stellen. Ik
ben van mening dat zelfs alle mogelijke alternatieven, van wie dan
ook, tegelijkertijd met het voorstel aan de orde kunnen komen. Ik be
grijp de paniek van bepaalde zijden niet.
De VOORZITTER: Inderdaad geeft artikel 17 de mogelijkheid
de behandeling van een voorstel uit te stellen en de raad zal dan kun
nen zeggen dat hij het voorstel zo urgent vindt dat het toch moet wor
den behandeld. Ik stel u voor de discussie over het onderwerp te ope
nen en ik geloof dat het verstandig is af te spreken dat wat wij tot nu
toe hebben gezegd maar wordt vergeten en vergeven en dat nu de eerste
termijn aanvangt.
De heer FROGER: Vergeven is moeilijk, maar ik zal het proberen.'
De VOORZITTER: Op gezette tijden is dat zelfs nodig. Het onder
werp is nu aan de orde.
De heer VAN CAULIL: Op de laatst gehouden bijeenkomst van
de commissie voor openbare werken heeft de heer Kroon gevraagd dit
voorstel weer op de agenda te plaatsen. De wethouder is om informatie
gevraagd met betrekking tot een eventueel alternatief plan, dat op dat