1678 16 DECEMBER 1971 maar over het voorstel. De VOORZITTER: Het voorstel is aan de orde, zoals u bekend kan zijn. De heer VAN LOON: Ik moet u zeggen dat ik de relatie, die in de tekst van het voorstel wordt gelegd met het voornoemde ge meentehuis in Princenhage, wat ongelukkig vind. Het gaat er hier bij m, i, om een gemeentepand beschikbaar te stellen voor een ac tiviteit in Princenhage, een activiteit die zeer hard nodig is en waarvoor door jeugd en jongeren in Princenhage ruimte wordt ge zocht. Op het moment dat de verkoop van het gemeentehuis in Princenhage aan de orde was is een toezegging gedaan, die m.i. weinig relevant is met betrekking tot het voorliggende voorstel. Het jeugd- en jongerenwerk in Princenhage heeft nu eenmaal be hoefte aan deze ruimte, maar ook wanneer die behoefte niet zou bestaan zou het voorstel m.i. toch zijn gedaan, omdat het heel normaal zou zijn geweest om deze panden in ieder geval in een staat te brengen dat zij misschien voor andere doeleinden zouden kunnen worden gebruikt. Naar mijn mening moeten wij de hele problematiek van de inrichting en de verhuur van deze panden aan het jeugd- en jongerenwerk in Princenhage los zien van het voorstel, dat ons destijds is voorgelegd met betrekking tot de verkoop van het gemeentehuis in Princenhage. Het heeft niets met elkaar te maken. In het ons voorgelegde besluit wordt gesteld dat de raad in 1957 ten principale de bereidheid heeft uitgesproken om onder de bij dat besluit behorende richtlijnen subsidies toe te kennen ten behoeve van ruimtebiedende gelegenheden. In het voorstel staat: "In het kader van dit besluit mogen wij u in overweging geven even eens financiële medewerking te verlenen ten behoeve van de onder havige ruimtebiedende gelegenheid door een subsidie te verlenen" - en nu komt het - "in de jaarlijkse huurkosten tot maximaal het jaarlijks exploitatietekort". Nu weet ik toevallig iets van deze re geling af en naar mijn mening hebben wij in het verleden altijd alleen maar gesubsidieerd in de kapitaallasten en nimmer in de exploitatielasten. Ik kan er dus zeer wel inkomen dat in het onder havige geval, waar het geen pand betreft dat eigendom is van de stichting, een subsidie wordt gegeven in de huurkosten, maar het gaat mij bepaald te ver daaraan de bepaling te verbinden dat die subsidie wordt verleend tot maximaal het jaarlijks exploitatietekort. Wanneer wij dat wel doen zou dat betekenen dat wij integraal het tekort van de stichting gaan subsidiëren en dat is m.i. nooit de be doeling geweest. Ik zou daaromtrent graag nadere informatie ont vangen. De heer VAN MERKOM: In de periode tussen de vorige raads vergadering en de vergadering van vandaag heeft inderdaad wel het een en ander plaatsgevonden. Aan het eind van de vorige raadsver gadering heeft het college het voorstel teruggenomen om te bezien of alternatieven mogelijk waren om te komen tot een jeugd- en jongerencentrum in Princenhage, Door de heer Froger is, staande de vergadering, een aantal cijfers genoemd, die om nadere bestu dering vroegen en u hebt toegezegd dat te doen. Tijdens de begro tingsbehandeling is de vraag gesteld of niet via de prijsvraag tot een ontwerp voor dat centrum zou kunnen worden gekomen, met

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 1678