1681 16 DECEMBER 1971 even de nadruk op leggen dat - en dat is het mooiste van alles - de idee van een alternatief eigenlijk is geboren in het verheven hoofd van wethouder Mans. Hij heeft er namelijk in een van de afdelingsver gaderingen vöör de vorige raadsvergadering op gezinspeeld of het niet mogelijk zou zijn eventueel vanuit de afdeling met een alternatief te komen voor het voorstel van het college, waarvan hij toen natuurlijk al zag dat het de raadsleden bijzonder zwaar op de maag lag. Ik zou kunnen zeggen dat goede bedoelingen vaak met ondank worden vergol den, want de heer Mans heeft daarna niet bepaald hard gelopen om het aangeboden alternatief in de raad te brengen. Aanvankelijk zou door de heer Froger een alternatief plan worden voorgesteld, maar mede in overleg met de wethouders Van Dun en Mans heeft hij, ofschoon infor meel - daarop wil ik sterk de nadruk leggen -, de gedachte gelanceerd hieraan een prijsvraag te verbinden, op zichzelf m. i. ook al weer een volkomen normale gedachtengang. Wij spreken altijd over het betrek ken van de burgers van Breda bij dergelijke initiatieven. Ik moet ook vermelden dat tijdens het informele gesprek de heer Mans dit een heel goed idee vond en tegen de heer Froger heeft gezegd: dien dan zo'n plan in en dan zal ik dat wel in het college brengen. Tot dat moment was er niets verbazingwekkends aan de hand, maar dan ontvangt de heer Froger ineens een briefje van de heer Mans, waarin de heer Mans stelt dat hij het niet meer "ziet zitten" en vraagt of de heer Froger een en ander nog even uit de doeken wil doen. Bovendien wordt dan in een publicatie in de pers gesteld dat er helemaal geen alternatieven aanwe zig zijn. Dat mag ik rustig een foutieve publicatie noemen, want dat alternatief was er wel, al was het nog niet ingediend. In het begin van deze vergadering heb ik al tegen de heer Rooze- boom gezegd dat hij kennelijk teveel is afgegaan op een perspublicatie en dat hij - dat herhaal ik nog eens met nadruk - eerst bij zijn fractie voorzitter en enkele andere fractieleden zijn licht had moeten opsteken. Dat heeft de heer America blijkbaar wel gedaan. Nu kom ik aan een punt, dat eigenlijk veel ernstiger is. Uit het geen door de heren Van Caulil, Kramer en Kroon is gezegd heb ik de stellige indruk gekregen dat - ik zeg het niet graag, maar ik meen dat ik het toch moet doen - de heer Mans een foutieve voorlichting heeft gegeven over de gang van zaken met betrekking tot het alternatief- Froger en tot de idee van een prijsvraag. Nu zouden wij natuurlijk weer kunnen praten over het feit of dat bewust of onbewust is gebeurd, ik zou daarvan af willen zien; ik heb er mijn gedachten over en dan kan ieder een begrijpen wat ik bedoel. Ik ben van mening dat de heer Mans in de afdelingsvergadering van maandag volkomen op de hoogte had moeten zijn van het gesprek, dat hij met de heren Froger en Van Merkom en met mij plus nog enige andere personen heeft gehad. Bij die gelegenheid is namelijk de heer Froger gevraagd ook zijn alternatief in te dienen. Waar om had de heer Froger dat tot nu toe niet gedaan? De reden hiervan is m. i. heel begrijpelijk, want wanneer men over een prijsvraag gaat praten wil je niet onmiddellijk een alternatief aanbieden. Daarover is toen gesproken en de heer Froger heeft ingezien dat het om formele redenen beter zou zijn, omdat het college met iets bij de raad moest komen, ook zijn alternatief 1 in te sturen. Hij heeft die avond meteen daarbij opgemerkt dat dit vertrouwelijk zou gebeuren. De heer Van Dun heeft het nu over een couvert gehad; hij schijnt zijn brieven altijd open in de bus aan te treffen. De wethouder was er in ieder geval van op de hoogte dat de betreffende stukken hem vertrouwelijk zouden worden overhandigd en hij heeft niet gezegd dat ze in dat geval niets

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 1681