1683
16 DECEMBER 1971
waarmee iedereen akkoord ging. Ik begrijp niet waarom wij er nog zo
lang over moeten praten. Wanneer wij op deze manier doorgaan blijft
de jeugd van Princenhage in de kou staan. Ik wil graag met het voor
stel akkoord gaan; anders blijven wij aan de gang en dat gaat ten koste
van de jeugd van Princenhage.
De heer BIEMANS: Ik wil trachten hieraan nog iets toe te voegen.
Ik ben van mening dat men een prijsvraag uitschrijft wanneer men nog
niet duidelijk weet wat men wil gaan doen. Uit het voorstel van het
college blijkt dat men dat toch wel weet. In Princenhage is een grote
behoefte aan een bepaalde accommodatie voor het jeugd- en jongeren
werk en een daartoe strekkend voorstel is door het college aan ons voor
gelegd. Door de heer Van Loon en door anderen is daarop in de vorige
vergadering en ook vanavond gewezen en het is m„i, verstandig hier
aan de nodige aandacht te besteden. Ik vind het echter niet juist nu
langer een discussie te voeren aan de hand van een gedachte, die in
de vorige vergadering te elfder ure en ongemotiveerd slechts werd aan
gekondigd. Ook vandaag hebben wij nog niet de beschikking over een
zÖgenaamd - ik blijf bij dat woord - alternatief en het is m.L de nor
maalste zaak van de wereld dat wij vanavond een heslissing nemen op
basis van het voorstel van het college.
De heer CRUL: Wij vonden het in de vorige raadsvergadering een
juiste beslissing dat het voorstel van het college werd teruggenomen.
Ondanks de woorden van de heren Van Merkom en Von Schmid ben ik
van mening dat er geen alternatief op tafel ligt. Ik heb heel wat brieven
van de heer Froger gehad, behalve de laatste twee brieven die hij heeft
gezonden aan de heer Mensen van de afdeling jeugd, sport en recreatie,
maar uit de door mij ontvangen correspondentie is mij duidelijk geble
ken dat er officieel geen alternatief voorstel op tafel lag. De heer Fro
ger heeft daartoe de gelegenheid gehad en wanneer hij dat inderdaad
had gedaan zouden wij vanavond een ander gesprek hebben kunnen voeren
dan nu mogelijk is. In verband hiermee behoeven wij m. i, alleen over
het voorstel van het college te spreken. In de raadsvergadering van 18
november hebben wij er geen misverstand over laten bestaan hoe wij
dachten over de procedure, die vanaf het vorig jaar tot 18 november
is gevolgd. Wij hebben duidelijk te kennen gegeven dat niet de juiste
procedure is gevolgd, maar op grond van de toezeggingen aan Princen
hage en mede gezien de behoefte die in Princenhage aan deze gemeen
schapsvoorzieningen bestaat, waren wij bereid met het voorstel mee
te gaan. Dat standpunt huldigen wij nog steeds.
De heer VAN BANNING: Ik heb de vorige keer mijn onbehagen te
kennen gegeven, dat was op grond van de informatie die ik in de decem-
bervergadering had gekregen. Uitstel van de behandeling was gebaseerd
op het in uitzicht gestelde alternatieve voorstel. Blijkens de nu verkre
gen informatie heeft het college een vertrouwelijk stuk ontvangen. Ik
zou het college slechts één verzoek willen doen. Teneinde tot een oor
deelsvorming te kunnen komen wil ik het college vragen of dit vertrou
welijke stuk voor het college al dan niet aanleiding is de beraadslaging
over deze aangelegenheid nog een keer uit te stellen.
Wethouder VAN DUN: Ik weet niet waar ik met mijn toch wel
beknopt antwoord moet beginnen en waar ik zal moeten ophouden,
want de discussie in de raad is terecht gekomen op het gebied van