1697 20 DECEMBER 1971 televisie of c. a. i. Zulks blijkt uit de begeleidende brief d. d. 6 no vember 1971 van de minister van verkeer en waterstaat. In het daarbij - gaande rapport van de N.V. Casema wordt zeer uitgebreid op de kabel televisie ingegaan. Dit rapport kwam mij eerst deze week onder ogen en dat geeft mij aanleiding op te merken dat het goed was het voorlig gende voorstel een maand op te houden, de N.V. Casema en het col lege waren er blijkbaar niet toe in staat ons dit rapport tijdig te doen toekomen. Om deze reden gaf het voorstel van november aanleiding tot het stellen van een groot aantal vragen in de vergadering van de commissie voor het ENWA, hetgeen uiteindelijk leidde tot het aanhou den van het voorstel. Namens de K. V.P. -fractie kan ik nu reeds mededelen dat zij akkoord zal gaan met de op dit moment door het college gevraagde principe-uitspraak. Ik wil hierbij aantekenen dat onze fractie nauw lettend de redactie van de uiterlijk op 1 juli te verwachten overeen komst zal bekijken en zich op dit moment niet aan de principe-uit spraak wil binden. Wij gaan ervan uit dat er bij het aangaan van de definitieve overeenkomst rekening zal worden gehouden met de in de afdeling hieromtrent gemaakte opmerkingen. Dat onze fractie bereid is nu een principe-besluit te nemen met betrekking tot het aangaan van een overeenkomst tot de exploitatie van een kabeltelevisienet in Breda met de N.V. Casema heeft een aan tal oorzaken. Het zeer ontsierende en steeds dichter wordende masten- woud dwingt tot ingrijpen en tot gebruikmaking van iedere redelijke mogelijkheid om het woud te doen verdwijnen. De steeds toenemende vraag naar meer programma's en de hieruit voortvloeiende steeds groter wordende investeringen in de particuliere sector waren mede-aanleiding om tot een ander systeem te komen. Een centrale voorziening kan, mits zij goed is opgezet, goedkoper zijn en meer mogelijkheden bieden voor een goede en ongestoorde ontvangst. In dit verband is het te betreuren dat het college niet in staat geweest is de raad een inzicht te geven in de opgezette kostenramingen, uitmondend in de tariefstelling van 6,50 per maand. Gezien het feit dat ik op een andere wijze de beschikking over een kostenraming heb gekregen met dezelfde uitkomst kunnen wij hiermee akkoord gaan. Gebleken is dat deze raming gebaseerd is op een bezettingsgraad van ongeveer ICPjo en voldoende speelruimte biedt. De raming is namelijk vrij ruim opgezet. In het aanvullende voorstel wordt geschreven dat de raad slechts een principebesluit neemt. In het eigenlijk voorstel wordt vrij uitge breid ingegaan op een aantal facetten dat in feite in een definitieve overeenkomst geregeld dient te worden. Daarom wil ik op een aantal punten ingaan die dan meegenomen kunnen worden bij het samenstel len van de overeenkomst. Breda verkeert in de gunstige positie dat men met een goede ei gen voorziening altijd zes t.v. -kanalen kan ontvangen. Dit betekent dat de c. a. i. deze zes kanalen beslist zal moeten kunnen doorgeven. De c. a. i. moet gezien worden als een zelfstandige eenheid met een eigen exploitatie en een dienovereenkomstig beleid. De reeds bestaan de centrale antenne-inrichtingen die niet door de gemeente zijn aan gelegd moeten kunnen blijven bestaan. Het moet mogelijk zijn op vrijwillige basis bij de Bredase centrale antenne-inrichting aangeslo ten te worden. De burgers van deze stad moeten de vrijheid hebben zelf uit te maken of zij al dan niet op het nieuwe systeem willen aan sluiten, zij het dat hier enige restricties moeten worden gemaakt. Ik wil pleiten voor het inschakelen van particulieren bij het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 1697