170 11 FEBRUARI 1971 d. Hypotheekbank, Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt de begroting van de hypotheekbank ongewijzigd vastgesteld, e. Vervoerbedrijf. Hierbij komt tevens aan de orde het voorstel van burgemeester en wethouders tot verhoging van de rechten van de huisvuil ophaaldienst. De heer KRAMER: Regelmatig komt bij de begroting van het vervoerbedrijf hetzelfde "vuile praatje" in deze raad terug, maar hoe komen wij er van af? Ik zal mijn best doen hetgeen ik zal zeggen voor een ieder verwerkbaar te houden wanneer ik enkele opmerkingen maak over de vuilverwerking. Uitgaande van de antwoorden van het college op de vragen 20 en 105 blijft het voorlopig nog een brandend probleem. Het college stelt -- ik haal er een stukje uit "Zodra meer gegevens bekend zijn..." Dat is geen nieuws, want de gegevens zijn er, want de af deling voor het vervoerbedrijf heeft in haar oude samenstelling al uitvoerig gediscussieerd over deze problemen. Het college stelt ver der dat er voortdurend op wordt gestudeerd, maar dat er op korte termijn nog niets is te zeggen. Mag ik dan zeggen: gewoon door gaan? Die stinkende, brandende vuilnisbelt in Bavel, vlak bij de wijken Heusdenhout en IJpelaar in Breda-Oost, zal echter gauw moeten ophouden met branden en stinken, hoe dan ook. Ik vind het een kwa lijke zaak dat dit zo maar kan en dat het maanden duurt terwijl er niets aan gedaan wordt. Het is niet mijn taak hier op dit moment de oplossing te geven. Wel ben ik van mening dat het uitgangspunt van degenen die aan het studeren zijn primair gericht dient te zijn op het vinden van een tussenoplossing. Voor de planning op lange termijn -- het is al even door mijn fractievoorzitter aangehaald -- bekijken wij het investerings plan en dan zien wij dat het nog steeds in het laatste jaar is dat er iets gegeven wordt, althans dat er een bedrag wordt uitgetrokken, namelijk ruim 1 miljoen voor de vuilverwerking, waar dan na 1975 nog eens 12 miljoen bij komt. Ik had willen vragen wat wij nu gaan doen met die 13 a 14 miljoen, maar na het antwoord van de neer Melzer hoeft dat niet meer. Hij zegt namelijk dat wij op langere termijn overgaan tot verbranding, waarover het intergemeentelijk over leg al op gang is gekomen. Toch zijn er bij onze fractie nog enkele vragen. Waarom al die vaagheden bij de schriftelijke beantwoording als dit nu ineens uit de bus komt? Wij praten in de afdeling al lang --en naar ik meen serieus -- over vele mogelijkheden, maar nu komt toch wel enigs zins als een verrassing naar voren dat overgegaan zal worden tot verbranding. Van die "langere termijn" zegt de wethouder dat het minimaal vier jaar zal zijn, maar zekerheid is er niet. Welke ge meenten bedoelt de wethouder wanneer hij zegt dat er overleg gaande is? Zijn dat gemeenten in de regio West-Brabant? Wanneer het over vier jaar zover is -- de wethouder spreekt de wens daartoe uit -- zal dit een fikse verhoging van de tarieven betekenen, maar -- dat moeten wij toegeven -- het is in Breda lang goedkoop geweest.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 170