1732
20 DECEMBER 1971
De heer SANDBERG: De schorsing heeft ertoe geleid dat mijn
fractie geen unaniem standpunt meer heeft. Enerzijds zijn er leden
die consequent willen vasthouden aan het eenmaal ingenomen stand
punt, omdat zij vinden dat aan de kracht van de motieven, die indertijd
golden, weinig is afgedaan. Anderzijds wordt ook betwijfeld of er een
zinvolle taakvervulling mogelijk is voor mensen die zich nog geheel in
deze problematiek moeten inwerken. Als alles volgens de regels en de
opzet verloopt zullen zij op 1 april 1972 naar aanleiding van het rap
port van de commissie ad hoe hun functie weer ter beschikking moeten
stellen. Er wordt dan iemand benoemd die een weinig zinvolle taak
heeft, omdat hij kennelijk urgente zaken moet beoordelen en verreiken
de beslissingen moet nemen, zonder dat hij in de tijd de kans krijgt
zich diepgaand in de problematiek in te werken.
In onze fractie leeft echter ook de gedachte dat als er leden
van de raad zich voor deze functie beschikbaar willen stellen en me
nen dat zij toch een zinvolle bijdrage kunnen leveren, die leden niet
in de weg moet worden getreden.
De heer VAN CAULIL: Er is al zoveel gesproken over overleg
dat ik zonder overleg met de kandidaat die ik ga stellen iets ga stel
len. Ik wil namelijk de heer Spanjer kandidaat stellen.
De heer SEVERENS: De kortsluitingen die zijn voorgevallen
dreigen zich te vermeerderen. Ten aanzien van de kandidaatstelling
is een duidelijke afspraak tussen de fracties gemaakt. Ik sta geheel
achter de opmerkingen van de heer Von Schmid, waaruit blijkt dat
er opnieuw een kortsluiting dreigt te ontstaan met betrekking tot het
interfractioneel overleg. Ik wil voorstellen de vergadering te schorsen
opdat het interfractioneel overleg alsnog kan plaatsvinden. Daardoor
zal wellicht straks een gemeenschappelijke beslissing naar voren kun
nen worden gebracht.
De heer JANSEN: Ik vind dat het overleg tussen de fractievoor
zitters op deze manier niets om het lijf heeft. Het is een schijnverto
ning. Ik vind in de argumenten van het college niets 'nieuws en ik hoüd
mij aan de afspraak die in het interfractioneel overleg is gemaakt. Ik
ben het eens met de heer Von Schmid dat een zekere mate van fatsoen
in ere moet worden gehouden. Ik wil het voorstel van de heer Severens
ondersteunen.
De VOORZITTER: Ik schors de vergadering.
SCHORSING.
De VOORZITTER: Ik heropen de vergadering.
De heer VAN LOON: De fractievoorzitters hebben overleg ge
pleegd en zij zijn van mening dat er twee dingen moeten gebeuren.
Als u eerst het voorstel 39, over de benoeming van de commissarissen
aan de orde wilt stellen, kan daarna, als de raad besluit de commis
sarissen te benoemen, de benoeming aan de orde worden gesteld. Op
die manier komen wij uit de impasse. U moet mij geen motivering
vragen, want dan wordt het voor mij ook wat moeilijk. De fractie
voorzitters hebben mij gevraagd deze oplossing aan u over te brengen.